1.3 Zuivere stoffen en mengsels

1.3 Zuivere stoffen en mengsels
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Je kunt beschrijven dat een zuivere stof uit één soort moleculen bestaat.
Je kunt beschrijven dat een mengsel uit meerdere soorten moleculen bestaat.
Je kunt uitleggen dat een zuivere stof tijdens zijn faseovergang niet van temperatuur verandert.
Je kunt uitleggen dat een mengsel tijdens zijn faseovergang van temperatuur verandert.
Je kunt verschillende zuivere stoffen en mengsels noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Even kort herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Stofeigenschappen
- Fase (vast, vloeibaar of gasvorming)
- Smaak 
- Geur 
- Kleur
- Oplosbaarheid in water
- Kookpunt
- Smeltpunt
- Dichtheid

Slide 4 - Tekstslide

deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 5 - Tekstslide

Het deeltjesmodel: afspraken
– Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 
– Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
– Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 
– Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 6 - Tekstslide

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 7 - Tekstslide

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Slide 8 - Tekstslide

En nu 1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 9 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, bijvoorbeeld kristalsuiker of aluminium.
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 10 - Tekstslide

Zuivere stof/ mengsel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

1 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 13 - Quizvraag

2 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 14 - Quizvraag


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 15 - Tekstslide

Scheiden

Mengsels kun je ook weer scheiden in de afzonderlijke stoffen. 

Slide 16 - Tekstslide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 17 - Tekstslide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Bekijk de grafiek hier naast goed. Wat is het stolpunt van deze stof?
A
400 graden
B
250 graden
C
100 graden
D
Kun je niet zeggen

Slide 20 - Quizvraag

Deel 1
Na het filmpje maken we nu opdracht 1 tm 9. 


Slide 21 - Tekstslide

Molecuulbouwdoos
Uitleg over het gebruik van de bouwdoos. 


Slide 22 - Tekstslide

Opdracht bouwdoos
Stap 1: Bouw eerst 3 watermoleculen. Zoals je hierboven kunt zien, bestaat deze uit 2 H atomen, en 1 O atoom. Als je deze samenvoegd, krijg je een watermolecuul. 

Maak nu een bekertje water waarin Chloor zit opgelost. Zoek de Chloor atomen en meng deze met de watermoleculen. Nu heb je een mengsel gemaakt. Laat controleren. 

Slide 23 - Tekstslide

Molecuulbouwdoos

Klaar? Maak de rest van 1.3
Zelfs klaar daarmee? Super! Dan staat er in de LU een interessant artikel over het kookpunt op grote hoogte .

Slide 24 - Tekstslide

Extra
Lees het artikel op de volgende website. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Stolpunt/Stoltraject (3tallen)
Voorbereiding: Maak een diagram voor het meten van: 
Y-as: temperatuur (tussen de 80 en de 40 in graden Celcius). 
X-as: Tijd (15 min) per 30 seconden (Tijd in s)

Persoon 1 meet voor stof A elke 30 seconden de temperatuur.
Persoon 2 doet dit voor stof B. Persoon 3 noteert alles in de grafiek. 

Wat is de zuivere stof en wat is het mengsel?
Zaagtand

Slide 27 - Tekstslide