13.1 Groene productie

13.1 Groene productie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13.1 Groene productie

Slide 1 - Tekstslide

Duurzaamheid
3 P-principe:

Slide 2 - Tekstslide

Cradle-to-cradle

Slide 3 - Tekstslide

Groene chemie
Er wordt rekening gehouden
met 3P-principe en cradle-to-cradle

12 principes: BINAS 97F

Slide 4 - Tekstslide

Atoomeconomie
Het maken van een product gaat via reactiestappen. Je wilt hierbij zo min mogelijk afval hebben. Dit kun je berekenen met de atoomeconomie:



Hoe hoger het percentage, hoe beter!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Rendement



Hoe hoger het rendement, des te efficiënter een reactie verloopt.

Ketenanalyse: alle afzonderlijke stappen onderzoeken. Voorbeeld: rendement stap 1 is 75%, stap 2 is 55%. Totale rendement is dan: 0,75 x 0,55 = 0,41, dus 41%.

Slide 8 - Tekstslide

E-factor
E = Environmental = het aantal kg afval dat ontstaat per kg product
E-factor klein is beter!!


Slide 9 - Tekstslide

  • Eerst atoomeconomie berekenen en dan de
    E-factor!

Slide 10 - Tekstslide

Reactie 1
atoomeconomie = m zink / (m zinkoxide + m methaan) x 100
  •                                  = (4x 65,38) / [(4x 81,38) + 16,042] x 100
  •                                  = 76,48% 

E-factor = (m beginstoffen - m werkelijke opbrengst ) / m werkelijke opbrengst
  •           m beginstoffen = 4x 81,38 + 16,042 = 341,562 u
  •           m werkelijke opbrengst :
    er kan 4x 65,38 = 261,5 u aan zink ontstaan theoretisch. Het rendement is              70% dus er de werkelijke opbrengst is: 0,7 x 261,5 = 183 u
  • E-factor = (341,562 - 183) / 183 = 0,866

Slide 11 - Tekstslide

Reactie 2
atoomeconomie = m zink / (m zinkoxide + m koolstofmono-oxide) x 100
  •                                  = 65,38 / (81,38 + 28,01] x 100
  •                                  = 59,77% 

E-factor = (m beginstoffen - m werkelijke opbrengst ) / m werkelijke opbrengst
  •           m beginstoffen = 81,38 + 28,01 = 109,39 u
  •           m werkelijke opbrengst : 
    er kan 65,38 u aan zink ontstaan theoretisch. Het rendement is 92,2% dus er de werkelijke opbrengst is: 0,922 x 65,38 = 60,3 u
  • E-factor = (109,39 - 60,3) / 60,3 = 0,815

Slide 12 - Tekstslide




Welke reactie is het meest groen?
Reactie 1
atoomeconomie = 76,48%
E-factor = 0,866
Reactie 2
atoomeconomie = 59,77%
E-factor = 0,815
  • E-factor houdt rekening met het hele proces
  • Reactie 2 is meest groen doordat de E-factor lager is

Slide 13 - Tekstslide