In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Herhalen
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk Vier - 3 MAVO boek B
Open vragen en een paar gesloten vragen
Slide 2 - Tekstslide
Een ontleding door elektriciteit noem je:
A
een fotolyse
B
een verbranding
C
elektrolyse
D
thermolyse
Slide 3 - Quizvraag
Een ontleding door licht noem je:
A
een fotolyse
B
een verbranding
C
elektrolyse
D
thermolyse
Slide 4 - Quizvraag
Welke twee opmerkingen zijn juist?
A
Het verbranden van waterstof draagt niet bij aan het versterkte broeikaseffect
B
Groene waterstof wordt gemaakt uit plantenafval.
C
Bij het verbranden van waterstof ontstaat koolstofdioxide
D
Bij het verbranden van waterstof ontstaat waterdamp.
Slide 5 - Quizvraag
De elektrolyse van water kun je in een reactieschema weergeven: water → waterstofgas + zuurstofgas Alice heeft voor deze reactie de volgende vergelijking opgeschreven: H2O(l) → H2(g) + O(g) Deze vergelijking is echter niet goed. Wat mankeert er aan de vergelijking van Alice?
A
De reactievergelijking is niet kloppend gemaakt.
B
Ze gebruikt de verkeerde molecuulformule voor water.
C
Ze gebruikt de verkeerde molecuulformule voor waterstof.
D
Ze gebruikt de verkeerde molecuulformule voor zuurstof.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de grondstof van de aluminiumproductie
A
bauxiet
B
diatomeeënaarde
C
ijzererts
D
nitroglycerine
Slide 7 - Quizvraag
Noem vier reactie-verschijnselen
Slide 8 - Woordweb
Geef de formule van glucose en alcohol (noteer alleen de formule (bv ammoniak is NH3) achter elkaar met spatie ertussen
Slide 9 - Open vraag
Geef de namen van de stoffen met formule Na2CO3 en CH4 (bv NH3 is ammoniak) met spatie ertussen
Bekijk de, niet kloppende, reactievergelijking voor de ontleding van nitroglycerine: 4 C3H5N3O9(l) → ? CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g) Van welke springstof is nitroglycerine het werkzame bestanddeel?
Slide 12 - Open vraag
Bekijk de, niet kloppende, reactievergelijking voor de ontleding van nitroglycerine: 4 C3H5N3O9(l) → ? CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g) Welk getal moet op de plaats van het vraagteken ingevuld worden? Leg je antwoord uit.
Bij het ontleden van één molecuul van de onbekende stof X ontstaan er twee fosforatomen (P) en twee zuurstofmoleculen (O2). Wat is de formule van de stof X? ( noteer bv Fe3Cl3)
Slide 19 - Open vraag
Als je elektrische stroom door water laat lopen, ontstaan er waterstof en zuurstof.
Wanneer spreek je daarbij van groene waterstof?
A
Als de voor de elektrolyse benodigde elektrische energie op een duurzame manier is opgewekt
B
Als de voor de elektrolyse benodigde elektrische energie op een niet-duurzame manier is opgewekt
C
Als de voor de elektrolyse benodigde thermische energie op een duurzame manier is opgewekt
D
Als de voor de elektrolyse benodigde thermische energie op een niet-duurzame manier is opgewekt
Slide 20 - Quizvraag
Geef van deze bewering aan of hij waar is of niet.
Bij de ontleding van een organische stof ontstaan waterdamp, koolstof en rook.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Geef van deze bewering aan of hij waar is of niet.
Bij een verbrandingsreactie verdwijnt de brandstof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Geef van deze bewering aan of hij waar is of niet.
Bij een chemische reactie verdwijnen er atoomsoorten