5.4: Spieren

5.4: Spieren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4: Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugblik basisstof 5.3
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg basisstof 5.4
  4. Opdrachten maken
  5. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik basisstof 5.3
  1. Welke 4 soorten beenverbindingen hebben we? 
  2. Zijn die 4 soorten beweeglijk of onbeweeglijk?
  3. Welke 4 typen gewrichten hebben we?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Functie spieren
  • Met je spieren beweeg je je lichaam
  • Al je spieren samen vormen je spierstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Bouw spier
  • Pees: verbindt spier met bot
  • Spierschede: laag bindweefsel om spier --> stevigheid
  • Spiercellen: cellen van de spier
  • Spiervezel: samengesmolten spiercellen
  • Spierbundel: bundel van spiervezels --> daaromheen ook weer bindweefsel
  • Bewegingszenuwcel: stuurt impuls van hersenen naar spier om aan te sturen


Slide 6 - Tekstslide

Dus:
Spiercellen samensmelten --> spiervezels --> meerdere spiervezels --> spierbundels --> meerdere spierbundels --> spier

Slide 7 - Tekstslide

Werking spier
  • Door impulsen via zenuwcellen trekken spiervezels zich samen
  • Hierdoor worden ze korter
  • Dit kost energie
  • Bij grote inspanning trekken veel spiervezels samen
  • Er vindt dan dus veel verbranding plaats: veel voedingsstoffen en zuurstof nodig

Een pees kan zich niet samentrekken!

Slide 8 - Tekstslide

Antagonisten
  • Soms hebben twee spieren een tegengesteld effect: antagonisten
  • Voorbeeld: spieren in de bovenarm --> biceps en triceps
  • Als de biceps aanspant buig je je arm
  • Daarom heet de biceps ook armbuigspier
  • Als je je triceps aanspant strek je je arm
  • Daarom heet de triceps ook de armstrekspier



Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten maken

  • BS 5.4: opdrachten 1, 2, 3, 5, 6. 


  • 7 minuten in complete stilte werken
  • Niet stil = meteen aantekening
  • Als je iets niet snapt sla je even de vraag over, kom ik je daarna helpen

timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  1. Hoe is een spier opgebouwd?
  2. Hoe werkt een spier?
  3. Wat zijn antagonisten? 

Slide 11 - Tekstslide