Een land van polders

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Een land van polders

Wat gaan we deze les doen?

• Wat een polder is
• Uitleg over verschillende polders in Nederland
• Maken van tabel
• Maken van opdrachten + huiswerk

Soorten polders

• Nederland: bekend om molens en polders.
• Polders: gebieden omringd door dijken waar waterstand kunstmatig wordt geregeld.
• 3 soorten: zeepolders, veenpolders, droogmakerijen.

Zeepolder

• Zeepolders ontstaan door sedimentatie van zand en klei.
• Door op zo'n opgeslibd stuk  land een dijk te leggen ontstaat een zeepolder.
  
• Liggen ongeveer op zeeniveau of erboven.

Veenpolder

• Veenpolders in West-Nederland zijn ontstaan door het draineren of ontwateren van veenmoerassen.
• Veen krimpt bij droogte en rot weg als het niet volledig onder water ligt: inklinken.
• Dijken rond veenpolders voorkomen overstromingen; liggen 0-2m onder zeeniveau.
  

Droogmakerijen

• Droogmakerijen: drooggemaakte meren/delen zee, dijken aangelegd, water weggepompt met molens/gemalen.
• Droogmakerijen liggen vaak meer dan 2 meter onder zeeniveau, met kunstmatige afwatering via sloten en gemalen.
  

Het water in de polder

• Water wegpompen uit een polder is lastig
• Zeepolder: sluis
• Lagergelegen polder: bemaling (molen of gemaal)
• Tijdelijke opslagplaats voor water: boezem
• Water dat de polder binnenkomt: kwel

Het water in de grond

• Boeren hebben belang bij een goede waterstand
• Grondwater (water tussen openingen van zand- en kleideeltjes in de grond)
• Hoogte grondwater -> Hoogte oppervlaktewater (sloten en kanalen)
• Zaken van water in de sloot zorgt voor het zakken van het grondwater in het land ernaast

Het water in Hoog-Nederland

• Hoog-Nederland heeft natuurlijke afwatering
• Dit komt door hoogteverschillen
• Boeren willen graag water vasthouden: stuwen
• Houden water tegen met droogte en laten water door als er een overschot is

Aan de slag!

• Wat: Maak opdracht 1, 2, 5 en 7
• Op welke manier: Je mag overleggen met je buur
• Klaar: Maak andere opdrachten voor dit vak
• Hulp: Docent of je buur
• Uitkomsten: Tijd over? Nabespreken van de opdrachten
• Tijd: Tot de les voorbij is

Wat hebben we deze les gedaan?

• Uitleg over polders en de kenmerken hiervan
• Het maken van een tabel over deze polders
• Het maken van opdrachten + huiswerk