Week 18 (3-2023) klas 2 Einkaufen H9

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Als het alarm is gegaan, zie ik dat iedereen in stilte de woorden op pagina 133 aan het leren is!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wir fangen an mit Logo Erklärt!



Tut Deutschland zu wenig gegen das Rauchen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?



  • Grammatik

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele dieser Stunde:
  • Du kannst erklären was den dritten Fall ist
  • Du kennst die Präpositionen mit dem dritten Fall
  • Du kennst die Personal Pronomen im dritten Fall
  • Du bist Imstande den Stufenplan zu benutzen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord
Personalpronomen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 een zelfstandig naamwoord kan door een persoonlijk voornaamwoord worden vervangen
LET ER DAN OP OF HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD MANNELIJK, VROUWELIJK, ONZIJDIG OF MEERVOUD IS!!!

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:
das Pferd (o) wordt es
 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
die Kinder wordt sie 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personalpronomen
1ste naamval = onderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personalpronomen
3de naamval = meewerkend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De derde naamval wordt gebruikt wanneer het woord een meewerkend voorwerp is.
Het meewerkend voorwerp vind je door te vragen: 
aan of voor wie/wat + alle werkwoorden + onderwerp + lijdend voorwerp’
Bijvoorbeeld: 
NL: De man geeft haar een cadeau > Aan wie geeft de man een cadeau?
NL: Der Mann gibt ihr ein Geschenk.  
ihr = meewerkend voorwerp 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1ste naamval
ich
du
er
sie
es 
wir 
ihr
sie/Sie
3de naamval
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen/Ihnen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Präpositionen (voorzetsels)
voorzetsels die de derde naamval krijgen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
naar  plaats/stad/land
sinds
van
naar personen

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
Stappenplan
Het stappenplan helpt je om de juiste vorm in de juiste naamval van een persoonlijk voornaamwoord te vinden!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
 
3e naamval = meewerkend voorwerp
                           *  mir, dir, ihm, ihr, ihm, uns, euch, ihnen/Ihnen
                           * na de voorzetsels aus, bei, mit, nach, seit, von, zu                                             

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
Aan het werk:
Was?    Mache Aufgaben 18, 19 und 20  (Seite 114/115)
              Deze opdrachten zijn ook het huiswerk!
Wie?     Selbstständig und im Buch
Hilfe?    die Grammatik auf Seite 114 und das Stufenplan
Zeit       15 Minuten
Fertig? Lerne die Wörter auf Seite 133
               




 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
Aufgaben 18, 19 und 20 (Seite 114/115)

lernen:
die Wörterliste aus Seite 133




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Du kannst erklären was den dritten Fall ist
  • Du kennst die Präpositionen mit dem dritten Fall
  • Du kennst die Personal Pronomen im dritten Fall
  • Du bist Imstande den Stufenplan zu benutzen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
Als het alarm is gegaan, zie ik dat iedereen in stilte de woorden
op pagina 132 aan het leren is!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wir fangen an mit Logo Erklärt!



Wieso gerade alles teurer wird

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?


  • Wir kontrolieren die Hausaufgaben 
  • Wir werden hören und sehen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele:


  • Du kannst ein einfaches Fragment zu verstehen.
  • Du kennst die Wörter der Wörterliste A: Sehen auf Seite 133 (D-N)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     wir üben mit einen Test
Wie?       selbständig
Hilfe?     keine
Zeit?       10 Minuten
Fertig?   Wir besprechen die Antworte zusammen





Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?      Aufgabe  2 auf Seite 103
Wie?       Vertaal de dikgedrukte woorden naar het Nederlands en
                 vul de kruiswoordpuzzel in
Hilfe?     die Wörterliste auf Seite 133
Zeit?       5 Minuten
Fertig?   Wir besprechen die Antworte zusammen





Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Kann ich ein einfaches Fragment verstehen?
  • Kenne ich die Wörter der Wörterliste A: Sehen auf Seite 133 (D-N)ernliste D - Lesen auf Seite 133 (D-N)?

Welche kennst du schon?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies