1HGL 5.4 Schaal

5.4 Schaal
Hoofdstuk 5 Verhoudingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Schaal
Hoofdstuk 5 Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
doen vandaag?
  • Voorkennis ophalen
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Aan het werk
  • Vragen en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert hoe je de schaal berekent met een verhoudingstabel.
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Van de 50 leerlingen hebben er 8 een Iphone 16. Bereken hoeveel procent van de leerlingen een Iphone 16 heeft.

Slide 4 - Open vraag

Op basisschool de Zesmaster zitten in totaal 300 leerlingen, waarvan er 120
jongens zijn. Hoeveel procent van de leerlingen zijn jongens?

Slide 5 - Open vraag

In een klas zitten 8 meisjes en 16 jongens. Hoeveel procent van de leerlingen is een meisje?

Slide 6 - Open vraag

De wezel is in werkelijkheid 75 cm lang.
Welke schaal heeft de tekening?
De schaal van de tekening is 1:15

Slide 7 - Tekstslide

Een teek is in werkelijkheid 6 mm lang.
Op een foto is de teek 24 mm lang.
Welke schaal heeft de foto?
De schaal van de foto is 4:1

Slide 8 - Tekstslide

schaal: als de schaal 1: 50 is dan betekent dat:....
A
de foto is 50x zo klein als in het echt
B
dan moet je het aantal cm op foto delen door 50
C
als de foto 1 cm hoog is, is deze in het echt 50 m hoog
D
dan moet je bij alle cm op de foto 50 cm optellen

Slide 9 - Quizvraag

Je moet iets maken met schaal een op 3. Wat betekent dit?
A
in het echt is iets drie keer zo groot
B
in het echt is iets drie keer zo klein
C
Elke centimeter is 3 centimeter
D
Van elke centimeter tel je er drie bij op

Slide 10 - Quizvraag

Wat zal de schaal zijn
bij dit plaatje, als de tekening
3 cm is?
A
1:8
B
1:800
C
1:24
D
1:2400

Slide 11 - Quizvraag


De schaal van het model van de motor is 1:18.

Wat betekent de schaal?
A
1 cm in het model is 18 cm in het echt
B
1 cm in het echt is 18 cm in het model
C
1 cm in het model is 1,8 cm in het echt
D
1 cm in het model is 18 m in het echt

Slide 12 - Quizvraag

timer
10:00
Aan het werk
De eerste 10 min. ga je in stilte aan het werk! 
Daarna mag er zachtjes worden overlegd.
Bladzijde 182, 183, 184
Opdracht 24 tot en met 30
Klaar?: Laten zien en Nakijken

Slide 13 - Tekstslide

  • Hoe je de schaal berekent met een verhoudingstabel.
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 14 - Tekstslide