oefening h2 hoeken
Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2
is hoek E2
A
overstaande hoek dus ook 120 graden
B
een rechte hoek dus 90
C
Z hoek dus 60 graden
D
iets anders
1 / 18
Onderdelen in deze les
Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2
is hoek E2
A
overstaande hoek dus ook 120 graden
B
een rechte hoek dus 90
C
Z hoek dus 60 graden
D
iets anders
Slide 1 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een stompe hoek is een hoek . . .
A
tussen de 0° en 90°
B
tussen de 0° en 180°
C
tussen de 90° en 180°
D
groter dan 90°
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een gestrekte hoek is een hoek . . .
A
van 90°
B
van 180°
C
van 360°
D
tussen de 90° en 180°
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een volle hoek is een hoek . . .
A
van 90°
B
van 180°
C
van 360°
D
tussen de 90° en 180°
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een scherpe hoek is een hoek . . .
A
tussen de 0 en 90°
B
tussen de 0 en 180°
C
tussen de 90° en 180°
D
van 90°
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de hoekensom van KLM?
A
900 graden
B
540 graden
C
360 graden
D
180 graden
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Hoekensomdriehoek
B
Gestrekte hoek
C
Gelijkbenige driehoek
D
Gelijkzijdige driehoek
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Hoekensomdriehoek
B
Gestrekte hoek
C
Gelijkbenige driehoek
D
Gelijkzijdige driehoek
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de hoekensom van PQRS?
A
90°
B
180°
C
270°
D
360°
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe groot is hoek C? Bereken met de hoekensom
A
30º
B
40º
C
45º
D
35º
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de hoekensom van de driehoek?
A
Alle hoeken zijn scherpe hoeken.
B
De som van alle hoeken is 180°.
C
De som van alle hoeken is 360°.
D
Alle hoeken zijn stompe hoeken.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel graden is de hoekensom van een vierhoek?
A
360 graden
B
180 graden
C
90 graden
Slide 12 - Quizvraag
Noem hierbij dat dit evenveel is als een volle hoek, ofwel "helemaal rond".
Voor welke driehoek geldt de stelling van Pythagoras?
A
In elke driehoek
B
In een gelijkbenige driehoek
C
In een rechthoekige driehoek
D
In een gelijkzijdige driehoek
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
rechtbenige driehoek
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk vlakke figuur is dit?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
gelijkbenige driehoek
D
ruit
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In deze gelijkbenige driehoek welke hoeken even groot?
A
Hoek A en C
B
Hoek A en B
C
Hoek B en C
D
Hoek A, B en C
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Driehoek ABC is
een gelijkbenige driehoek.
Hoe groot is hoek P2?
een gelijkbenige driehoek.
Hoe groot is hoek P2?
A
65°
B
90°
C
105°
D
115°
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een Gelijkzijdige driehoek heeft?
A
3 gelijke zijden en 3 even grote hoeken
B
3 gelijke hoeken
C
A + B
D
a en B zijn fout
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
