insuline injecteren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

insuline injecteren

Dit is een voorbehouden handeling 

waarom is insuline injecteren een voorbehouden handeling?

Een voorbehouden handeling;

• kan risico voor de cliënt opleveren
• gaat door de natuurlijke barrière van het lichaam
  
• is in opdracht van een zelfstandige beroepsbeoefenaar;
• uitvoeringsverzoek
  
•  ben ik bevoegd, en bekwaam
  
•  werkt volgens recent protocol
  
• indicatie, contra indicatie
  
• toestemming cliënt, wettelijke vertegenwoordiger
  

Waarom moet insuline altijd geïnjecteerd worden?

Nadelen van injecteren

• onprettig ervaring om geprikt te worden
  
• contaminatie met als gevolg infectie  via de injectienaald
  
• injecteren moet je leren of een ander moet dit doen
  
• medicatie berekenen is niet altijd makkelijk

complicaties bij injecteren

• Abces of necrose door injecteren op de verkeerde plaats of verkeerde manier (denk hierbij ook aan vitamine D en de zeer langzame resorptie)
• infiltraat 
• zenuwbeschadiging door aanprikken zenuw
• Duizelingen flauwvallen 
• prikaccident

complicaties injectievloeistof (medicijn)

• Allergische reactie lokaal of systemisch
• anafylactische shock

beschrijf minimaal 2 van "de 5 j's "

Voorbereiding zorgvrager

• bereid de patiënt voor op medicatie toediening
• doel
• effect
• wijze van toediening
• verwachte werkingsduur 
• bijverschijnselen e.d.

insuline injecteer je subcutaan (s.c.)
Wat betekent dit?

1. injecteren in de spier
2. injecteren tussen de huidlagen
3. injecteren in het onderhuids weefsel

Wat is een belangrijke reden om de injectieplaats bij subcutane injecties te roteren?

1. Om medicijnresistentie te voorkomen
2. om pijn bij het injecteren te verminderen
3. om de absorptiesnelheid van het medicijn te verhogen
4. Om weefselbeschadiging te voorkomen

het maximale aantal IE wat je in één keer mag injecteren is:

1. 20 IE
2. 26 IE
3. 30 IE
4. Hier zijn geen regels voor

als er minder dan.... IE in de insulinepen zit pak je een nieuwe

1. 6 IE
2. 8 IE
3. 12 IE
4. 16 IE

I injecteren in de voorkant van de buik mag tot aan de flanken
II je moet bij injecteren in het been tot een handbreedte boven de knie blijven

1. I is juist II is onjuist
2. I is onjuist II is juist
3. I en II zijn beide juist
4. I en II zijn beide onjuist

_{Waarom s.c. injecteren}

• sneller effect dan orale medicatie
  
• als orale medicatie niet mogelijk is
  
• het geneesmiddel wordt in het onderhuids bindweefsel gespoten.
  
• het medicijn wordt heel langzaam opgenomen in de circulatie
  
• hierdoor een constante bloedspiegel over een langere periode, bijvoorbeeld bij insuline, morfine en fraxiparine sc
  

Insuline injecteren s.c.

• vaak meerdere keren per dag
  
•  wisselend van  plaats  injecteren;
  
• ochtend buik (OPNAME HET SNELST)
  
• avond bovenbeen
  
• middels insuline pen, loodrecht (volg bijsluiter)
  
• Niet desinfecteren, beïnvloed insuline negatief
  
• Na spuiten-> binnen  half uur gaan eten
  

Injecteer nooit in:

• littekenweefsel
  
• plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.
  
• Plaatsen met rode of blauwe verkleuringen

na injecteren laat je de naald... seconden in de huid

1. 5
2. 10
3. 2

Gebruik insulinepen

• bewaar de insuline pen zonder naaldje, lekkage van de insuline kan de concentratie van de insuline doen veranderen
  
• meng troebele insuline door te zwenken
• lees goed bij de insuline pen behorende gebruiksaanwijzing
  
• na injecteren en spuiten de naald nog 10 sec. op zijn plaats
  

insuline is troebel dus; schudden voor gebruik

1. juist
2. onjuist

welke techniek hanteer je voor injecteren insuline?

1. subcutaan in de bilstreek
2. subcutaan volgens de loodrecht techniek
3. de rangeertechniek

Wat is de rol van insuline bij diabetes?

1. Insuline is een enzym dat suiker afbreekt.
2. Insuline heeft geen invloed op de bloedsuikerspiegel.
3. Insuline is een hormoon dat helpt bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel.
4. Insuline is een medicijn dat de bloedsuikerspiegel verhoogt.

Wat is een normale bloedglucose waarde?

1. Tussen 4 en 7 mmol/L
2. Tussen 8 en 10 mmol/L
3. Tussen 2 en 3 mmol/L
4. Tussen 12 en 14 mmol/L

welke verschijnselen horen bij een hypoglycaemie?

1. Moeheid - zweten - beven
2. Moeheid-droge mond-vaak plassen
3. slaperigheid-hoofdpijn-dorst

een infiltraat is

1. een met pus gevulde holte
2. een harde onderhuidse plek met litteken weefsel
3. een zenuwbeschadiging

complicaties van injecteren kunnen zijn:

1. een abces
2. een infiltraat
3. zenuwbeschadiging
4. A, B en C zijn goed

Wat is de voorkeursplaats voor een bloedsuikerprik?

1. de vingertop van de duim
2. de zijkant van de vingertop op de ringvinger
3. bovenop de vingertop van de middelvinger
4. alle antwoorden zijn goed