Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 2 Eten en drinken belangrijke woorden
Belangrijke woorden
Wat gaan we doen?
Belangrijke woorden van dit hoofdstuk: Quiz
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Belangrijke woorden
Wat gaan we doen?
Belangrijke woorden van dit hoofdstuk: Quiz
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent bederven
A
eten klaarmaken
B
rotten
C
opeten / opdrinken
D
schoon en gezond
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent bereiden
A
op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid
B
Bedrijfstak voor horeca en cafés
C
eten klaar maken
D
de mate waarin iets goed of slecht is
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent biologisch
A
op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gif
B
rotten
C
uitleg over hoe je iets moet gebruiken
D
stoffen die aan eten en drinken worden toegevoegd
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent consumeren?
A
De producten die worden gebruikt om een gerecht klaar te maken
B
Eten klaarmaken
C
Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gebruik van gif
D
Opeten of opdrinken
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent conserveermiddelen
A
De mate waarin iets goed of slecht is.
B
Eten en drinken dat je nodig hebt om te leven, etenswaar
C
Bedrijfstak waar hotels, restaurants en cafés bij horen
D
Stoffen die aan eten en drinken worden toegevoegd, waardoor het langer goed blijft.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent de gebruiksaanwijzing?
A
Rotten
B
Eten klaarmaken
C
Uitleg over hoe je iets moet gebruiken
D
De mate waarin iets goed of slecht is.
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent de horeca?
A
Stoffen die aan eten en drinken zijn toegevoegd waardoor het langer goed blijft.
B
Bedrijfstak waar hotels, restaurants en cafés bij horen.
C
Eten en drinken dat je nodig hebt om te leven.
D
Eten klaarmaken
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent ingrediënten?
A
De eet of drinkbare producten die worden gebruikt om een gerecht te maken.
B
De mate waarin iets goed of slecht is.
C
Eten klaarmaken
D
Opeten of opdrinken
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent de kwaliteit?
A
Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid zonder gif
B
Stoffen die aan eten en drinken zijn toegevoegd om het langer houdbaar te houden.
C
Uitleg over hoe je iets moet gebruiken
D
De mate waarin iets goed of slecht is
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent de levensmiddelen?
A
Rotten
B
Eten of drinken dat je nodig hebt om te leven, etenswaar
C
De eet of drinkbare producten die worden gebruikt om een gerecht te maken.
D
Opeten of opdrinken
Slide 11 - Quizvraag
Belangrijke woorden
Hoe ging dit? Wist je nog een aantal betekenissen?
Nu gaan we het anders doen. Je ziet zo een zin en je kiest een "belangrijk woord" wat hierbij hoort.
Suces!!
Slide 12 - Tekstslide
Een afgemeten hoeveelheid eten.
A
De portie
B
Vegetarisch
C
Variëren
D
Serveren
Slide 13 - Quizvraag
Zonder vlees, vis of schaaldieren
A
voedselallergie
B
etiket
C
vegetarisch
D
reserveren
Slide 14 - Quizvraag
Overgevoelige reactie van het lichaam op een voedingsstof
A
Houdbaarheidsdatum
B
Voedselallergie
C
Hygiënisch
D
Reserveren
Slide 15 - Quizvraag
Afwisselen, ervoor zorgen dat het niet steeds hetzelfde is.
A
Variëren
B
reserveren
C
etiket
D
vegetarisch
Slide 16 - Quizvraag
Eten en/of drinken naar een gast brengen.
A
Reserveren
B
Houdbaarheidsdatum
C
Assortiment
D
Serveren
Slide 17 - Quizvraag
Van tevoren bespreken
A
Serveren
B
Etiket
C
Reserveren
D
Assortiment
Slide 18 - Quizvraag
De verschillende soorten producten waaruit je kunt kiezen.
A
Hygiënisch
B
Portie
C
Assortiment
Slide 19 - Quizvraag
De datum tot wanneer eten of drinken zonder bederf gegeten of gedronken kan worden
A
etiket
B
houdbaarheidsdatum
C
variëren
D
portie
Slide 20 - Quizvraag
Papiertje met daarop informatie over een product, dat op de verpakking is geplakt
A
Horeca
B
Bereiden
C
kwalitiet
D
etiket
Slide 21 - Quizvraag
Belangrijke woorden
Maak opdracht 1 t/m 6 blz. 41-49
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
Juni 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Via Vervolg Thema 2 Eten en drinken H1 Belangrijke woorden
1 dag geleden
- Les met
30 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vervolg Thema 2 Eten en drinken H1 Belangrijke woorden
Januari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
Maart 2022
- Les met
46 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Via Vervolg Thema 2 Eten en drinken H1 Belangrijke woorden
5 dagen geleden
- Les met
32 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vervolg Thema 2 Belangrijke woorden
November 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Hoofdstuk 1 - les 1
Oktober 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Nederlands Via vervolg thema 2 woordenschat
2 dagen geleden
- Les met
15 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3