Schrijven van een verhaal
Vooraf:Vragen stellen: wie, wat, wanneer, waar, waarom, hoe.
Tijdens:
Stop af en toe tijdens het schrijven. Denk even na.
Gaat het verhaal verder gebruik: dan, daarna, toen.
Gebeurt er wat anders? Gebruik: opeens, plotseling.
Na:
Kun je nog dingen veranderen? Moet er wat bij?