In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Powercollege 12_ Lenen en sparen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
Je weet op welke manier mensen allemaal geld kunnen lenen.
Je weet waarom mensen sparen.
Je weet wat voor rente je allemaal kan krijgen over je spaargeld en kunt hier mee rekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Mensen lenen geld omdat:
Je hebt tijdelijk te weinig geld
Je wilt iets duurs kopen
Je moet onverwachts extra geld betalen
De redenen om geld te lenen noemen we leenmotieven
Slide 3 - Tekstslide
Lenen om iets te kopen noemen we consumptief krediet:
Je hebt drie vormen van consumptief krediet via de bank.:
Persoonlijke lening: Je leent een bedrag bij de bank en die betaal je binnen zoveel maanden of jaren terug. Je betaalt elke maand even veel geld terug.
Doorlopend krediet: Je spreekt met de bank af dat je een maximaalbedrag mag lenen. Je kunt dit maximum gelijk helemaal lenen of gedeeltes gaan lenen. Hierbij betaal je ook elke maand een vast bedrag terug. Wat je hebt afbetaalt hebt kun je wel gelijk weer opnieuw lenen.
Salariskrediet: Rood staan. Je mag afhankelijk van je salaris zoveel euro negatief staan op je bankrekening.
Slide 4 - Tekstslide
Consumptief krediet via bedrijven:
Koop op afbetaling:
Je koopt een product, maar betaalt hier niet gelijk voor. Je betaalt het product in stukken. Je bent meteen eigenaar van het product
Huurkoop:
Je koopt een product, maar betaalt hier niet gelijk voor. Hierbij betaal je het product ook in stukken. Je bent pas eigenaar van het product als de schuld is afbetaalt
Slide 5 - Tekstslide
De lening die je afsluit om een huis te kopen noemen we hypothecaire lening.
Dit is een grote lening om iets erg groots te maken, wat waarde vast is.
Het duurt vaak wel 30 jaar voordat iemand deze lening terug word betaalt.
Er is een onderpand bij deze lening. Als de lener de lening niet meer terug kan betalen word het product (dat waarde vast is) in beslag genomen.
Deze leningen worden eigenlijk altijd alleen maar gebruikt voor het kopen van huizen.
Tot slot kun je leasen. Je huurt dan eigenlijk gewoon een product voor een lage tijd.
Slide 6 - Tekstslide
Waarom lenen veel mensen liever geen geld?
Slide 7 - Open vraag
Als je niet wilt lenen moet je geld sparen. Mensen sparen geld omdat:
Ze rente over hun spaargeld kunnen krijgen. (Nu bijna niet meer :’( )
Ze iets duurs willen kopen (zonder geld te lenen).
Ze onverwachtse kosten willen opvangen ( uit voorzorg)
Slide 8 - Tekstslide
Als je geld spaart krijg je rente, als je geld leent betaal je rente. Hoe hoog die rente is hangt af van:
Het rentepercentage (die is nu zo goed als 0%).
De hoogte van het spaarbedrag.
De tijd dat het geld op de spaarrekening staat.
Slide 9 - Tekstslide
Je hebt 2 soorten rente:
Je hebt enkelvoudige rente:
Dit betekent dat je rente krijgt over het bedrag dat je spaart en geen rente krijgt over de rente die je hebt ontvangen van de bank. Formule: rentepercentage x spaarbedrag x jaren : 100
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeldsom: Je hebt in 2008 €5.000,00 op de spaarrekening. Je krijgt hierover een enkelvoudige rente van 2,2%. Hoeveel euro rente krijg je in 3 jaar tijd als het rente percentage gelijk blijft? (rond af met 2 cijfers achter de komma)
Slide 11 - Open vraag
Uitwerking voorbeeldvraag
Je hebt in 2008 €5.000,00 op de spaarrekening. Je krijgt hierover een enkelvoudige rente van 2,2%. Hoeveel euro rente krijg je in 3 jaar tijd als het rente percentage gelijk blijft?
Formule: rentepercentage x spaarbedrag x jaren : 100
2,2% x 5.000 x 3 : 100= €330,00
Slide 12 - Tekstslide
Samengestelde rente
Dit betekent dat je rente krijgt over het bedrag dat je spaart en rente krijgt over de rente die je hebt ontvangen van de bank in voorgaande jaren.
Formule: Rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente ) : 100.
Let op deze formulier moet je net zo vaak herhalen als het aantal jaren waarop je rente ontvangt. Dus krijg je 10 jaar lang samengestelde rente dan zal je deze formule 10 keer moeten invullen om uit rekenen hoeveel rente je in 10 jaar tijd ontvangt.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeldvraag. Soraya heeft €7.200,- op een spaarrekening staan met een rente van 1,6%. Bereken haar spaartegoed over 3 jaar op basis van de samengestelde rente. (rond af met 2 cijfers achter de komma en vergeet het euroteken niet)
Slide 14 - Open vraag
Uitwerking voorbeeldvraag:
Soraya heeft €7.200,- op een spaarrekening staan met een rente van 1,6%. Bereken haar spaartegoed over 3 jaar op basis van de samengestelde rente
Formule: Rentepercentage X (spaarbedrag + bijgeschreven rente)
Spaarbedrag jaar 1: €7.200 + €0= €7.200,00
Rente jaar 1: €7.200 : 100 x 1,6%= €115,20
Spaarbedrag jaar 2: €7.200 + €115,20= €7.315,20
Rente jaar 2: €7.315,20 : 100 x 1,6%= €117,04
Spaarbedrag jaar 3: €7.315,20 + €117,04= €7.432,24
Rente jaar 3: €7.432,24 : 100 x 1,6% €118,92
Spaarbedrag na 3 jaar: €7.432,24 + €118,92= €7.551,16