Budgettering en toeslagen

Budgetteren kun je leren!
Traject Beyond Borders
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Budgetteren kun je leren!
Traject Beyond Borders

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik heb ...... inzicht in mijn inkomsten en uitgaven.
onvoldoende
matig
voldoende
veel

Slide 2 - Poll

Lesfase 1
Kattenvoer hoort bij de ...
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Reserveringsuitgaven
C
Vaste lasten

Slide 3 - Quizvraag

Lesfase 1
Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Reserverings uitgaven

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
Huishoudelijke 
uitgaven
Vaste lasten
Reserverings
uitgaven

Slide 5 - Sleepvraag

Lesfase 1
Waar of niet waar?
Iedereen heeft recht op toeslagen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Lesfase 1
Toeslagen vraag je aan bij
A
de ANWB
B
de gemeente
C
de belastingdienst
D
het UWV

Slide 7 - Quizvraag

Lesfase 1
Wat is budgetteren?

Slide 8 - Woordweb

Lesfase 1
Geld uitgeven is makkelijk. Wat is jouw tip om minder geld uit te geven?

Slide 9 - Open vraag

Lesfase 1
Na deze les kan je...
In je eigen woorden de principes van budgetteren uitleggen;

Een begroting maken en de inkomsten en uitgaven kritisch toelichten;

Beschrijven welke toeslagen er bestaan en de belangrijkste voorwaarden benoemen;

Kritische voorbeelden noemen om geld te besparen.

Slide 10 - Tekstslide

Lesfase 1

De docent vraagt willekeurig een student de lesdoelen voor te lezen
De studenten schrijven de lesdoelen over
Budgettering
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven:
een begroting

Je uitgaven afstemmen op je inkomsten voorkomt onverwachts geld tekort

Slide 11 - Tekstslide

Lesfase 2

Budgetteren: het maken van een overzicht van al je inkomsten en uitgaven. Helpt voorkomen dat je onverwacht zonder geld komt te zitten. Het maken van een begroting geeft inzicht in hoeveel geld er te besteden is.

Slide 12 - Video

Lesfase 2

We bekijken een korte video over het maken van een begroting. Welke inkomsten en uitgaven horen er thuis op een begroting? Deze video is kort en heel duidelijk. En legt duidelijk uit met plaatje + praatje. 
Uitgaven


Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven

Reserverings uitgaven

Slide 13 - Tekstslide

Lesfase 2: 
De docent bespreekt drie soorten uitgaven die thuishoren op de begroting. Dit is al eerder aan bod gekomen. Een korte herhaling met voorbeelden helpt het nut van de lesstof duidelijk maken. 

De docent benoemd zelf voorbeelden en vraagt de studenten om voorbeelden.
Vaste lasten: huur, verzekeringen, G/W/L, telefoon, internet. 
Dagelijkse uitgaven: boodschappen, cadeautjes,  schoonmaakmiddelen. 
Reserverings uitgaven: kleding, onderhoud scooter, vakantie. 
Toeslagen
Een aanvulling op je inkomsten om bepaalde uitgaven te kunnen betalen

Huurtoeslag
Zorgtoeslag
Kinderopvangtoeslag



Slide 14 - Tekstslide

Lesfase 2

Toeslagen: wat was het ook alweer? De docent vraagt een student te duiden wat toeslagen zijn

We gaan het hebben over de drie toeslagen
Huurtoeslag
Voorwaarden:
  • Je hebt de Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland  
  • De huurder is meerderjarig (18 jaar of ouder)
  • Een zelfstandige woonruimte 
  • De gevraagde huurprijs is niet te laag of te hoog  
  • Het inkomen van de huurder is niet te hoog
  • Het vermogen is niet boven de vermogensgrens 

Medebewoner: iedere persoon die staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen op het adres van de aanvrager. 

Vanaf 23 jaar: huur niet hoger dan €763,47
Tot 23 jaar: huur niet hoger dan €442,46

Slide 15 - Tekstslide

Lesfase 2

Huurtoeslag is een bijdrage in de huurkosten van de Nederlandse overheid aan mensen die in een relatief dure huurwoning wonen.

De docent benoemd de belangrijkste voorwaarden.

Extra informatie:
Vanaf 23 jaar: huur niet hoger dan €763,47
Tot 23 jaar: huur niet hoger dan €442,46
Zorgtoeslag
Voorwaarden
  • Je  hebt een zorgverzekering
  • Je bent meerderjarig 
  • Je inkomen is niet te hoog 
  • Je heb niet te veel vermogen
  • Je hebt de Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland 


Let op! Als thuiswonende jongere vanaf 18 jaar kun je ook voor zorgtoeslag in aanmerking komen. Er wordt alleen naar je eigen inkomen gekeken en niet naar dat van je ouders.

Slide 16 - Tekstslide

Lesfase 2. 

Zorgtoeslag is een tegemoetkoming van de Nederlandse overheid voor mensen met een Nederlandse zorgverzekering. 
De docent benoemd de belangrijkste voorwaarden.

Kinderopvangtoeslag
Voorwaarden:

  • Ouders en kind  hebben de Nederlandse nationaliteit of verblijven legaal in Nederland
  • Ouders ontvangen kinderbijslag of een pleegzorg vergoeding voor het kind
  • Kind staat ingeschreven in de Basisregistratie Persoonsgegevens op het adres van de ouders
  • Ouders maken gebruik van een erkende instelling
  • Kind nog niet op het voortgezet onderwijs
  • Ouder of toeslagpartner betaald de kosten voor de opvang
  • Ouder werkt, studeert, volgt traject kansvergroting of volgt een inburgeringscursus

Slide 17 - Tekstslide

Lesfsase 2

Kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kosten die de ouders maken voor de opvang van hun kinderen. Om de toeslag betaalbaar te houden en om te zorgen dat de toeslag wordt gebruikt om te kunnen werken, is de hoogte gekoppeld aan het aantal uren van de minst werkende ouder.
Dankzij de kinderopvangtoeslag kunnen meer vrouwen gaan werken. 

Hoogte van de toeslag
De toeslag vergoed een deel van de kosten van de opvang
Meer inkomen = minder toeslag
Toeslag afhankelijk van aantal kinderen
Je krijgt voor maximaal 230 uur toeslag. Ook al gaat je kind meer uur naar de opvang.
Er is ook een maximumprijs die vergoed wordt voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.

Kindgebonden budget

Voorwaarden:
  • Je hebt 1 of meer kinderen onder de 18 jaar
  • Je ontvangt kinderbijslag
  • Je inkomen en het inkomen van je partner is niet te hoog
  • Je vermogen is niet te hoog
  • Je hebt de Nederlandse nationaliteit of bent legaal verblijf in Nederland 


Slide 18 - Tekstslide

Lesfase 2

Dit is geen toeslag maar benoemd de docent toch even kort. 
Het kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor ouders met kinderen tot 18 jaar. Die krijg je naast de kinderbijslag. Krijg je al een toeslag? Dan krijg je vanzelf kindgebonden budget als je er recht op hebt. 

In de tienerjaren gaat dit budget omhoog als ondersteuning in de schoolkosten 
Budgettering

Begroting

Uitgaven


Toeslagen

Huurtoeslag

Zorgtoeslag

Kinderopvangtoeslag

Slide 19 - Tekstslide

Lesfase 3 

De docent stelt cat-2 vragen aan de studenten om te controleren of de lesstof begrepen is. De belangrijkste begrippen zijn op het smartboard te lezen
Even oefenen...

Slide 20 - Tekstslide

Lesfase 5 
De docent opent Excel om onder begeleiding een fictieve begroting in te vullen
Aan de slag
Wat:                    Persoonlijke begroting invullen en vragen beantwoorden.
Hoe:                   Werkblad invullen met behulp van mobiel bankieren.
Hulp:                  Klasgenoot of de docent.
Tijd:                    10 minuten
Uitkomst:        Persoonlijke begroting. Let op! Toevoegen aan je eindopdracht.
Klaar:                 Verder werken aan je eindopdracht.
Niet klaar:        Thuis afmaken.

Je mag zacht overleggen en je telefoon gebruiken. 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Lesfase 4 en Lesfase 6
Zelfwerkzaamheid. Deze slide blijft op het smartboard zichtbaar
Tevreden over je begroting?
Waar kan jij op besparen?

Hulp: scholieren.nibud.nl en de schoolcoach

Slide 22 - Tekstslide

Lesfase 7

De docent bespreekt met de studenten de resultaten van de opdracht.

Ook geeft de docent aan dat studenten die hulp nodig hebben met financiën terecht kunnen bij Nibud en een schoolcoach. 
Zijn onze doelen behaald?
In je eigen woorden de principes van budgetteren uitleggen;

Een begroting maken en de inkomsten en uitgaven kritisch toelichten;

Beschrijven welke toeslagen er bestaan en de belangrijkste voorwaarden benoemen;

Kritische voorbeelden noemen om geld te besparen.

Slide 23 - Tekstslide

Lesfase 7
De docent bespreekt de opdracht die de studenten zojuist gemaakt hebben en gaat vervolgens de lesdoelen afsluiten. 
De docent benoemd dat de volgende les zal gaan over sparen en schulden

Volgende week:

Je begroting is af, de vragen zijn beantwoord.

Les over:
Sparen en schulden.

Slide 24 - Tekstslide

Lesfase 7 

De docent benoemd wat volgende week aan bod komt.