Presenteer aan je groepje je leesautobiografie en stel vragen over de leesautobiografieën van je groepsgenoten.
Hoe:
Ga in groepjes van 4 personen zitten. Op mijn teken gaat nummer 1 beginnen. Jullie hebben ongeveer 2-3 minuten per presentatie. Daarna hebben jullie nog ongeveer 2 minuten voor vragen en antwoorden.
Klaar?
Ga weer op je eigen plek zitten.
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood:stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel:fluisterniveau
Overleg met diegene naast je
groen: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent
Aan het werk!
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Na deze lessen kun je
uitleggen wat de begrippen letterlijk taalgebruik, figuurlijk taalgebruik , homoniem en personificatie betekenen.
voorbeelden geven van deze begrippen.
uitleggen wat met beeldspraak bedoeld wordt.
kenmerken van gedichten noemen.
Doel
Slide 4 - Tekstslide
Wat moet je weten
Slide 5 - Tekstslide
Pictogrammen aan genres kunnen koppelen
Kun je leren van fictie?
Wat zijn grote problemen, wat zijn kleine problemen?
Wat is fictie?
Kenmerken van griezelverhalen
Historische personages en plaatsen kunnen noemen
Slide 6 - Tekstslide
Kunnen aangeven bij welk genre een verhaal hoort en waarom => kenmerken uit het verhaal kunnen halen.
Kenmerken van een gedicht?
Kunnen aangeven of iets letterlijk of figuurlijk bedoeld is.
Wat is personificatie?
Wat zijn de kenmerken van een haiku
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken haiku
een niet-rijmend gedicht bestaande uit 17 lettergrepen
=> eerste regel 5 lettergrepen
=> tweede regel 7 lettergrepen
=> derde regel 5 lettergrepen
iets van natuur, zintuigen erin verwerken
Slide 8 - Tekstslide
benut je omgeving
zorg voor een kleine verrassing
benut je zintuigen
Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.
(Matsuo Basho 1644 – 1694)
Slide 9 - Tekstslide
Wat:
Schrijf je gedicht nog eens netjes
Hoe:
Maak het samen met je buurman/buurvrouw.
Klaar?
Ga verder met opdrachten 2 en 3
Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht
rood:stil!
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel:fluisterniveau
Overleg met diegene naast je
groen: fluisterniveau
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent
Aan het werk!
timer
1:00
Slide 10 - Tekstslide
Je kunt
uitleggen wat de begrippen letterlijk taalgebruik, figuurlijk taalgebruik , homoniem en personificatie betekenen.