Chapitre 5 - Grammaire D Passé Composé

De passé composé 
Heeft er twee.... 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De passé composé 
Heeft er twee.... 

Slide 1 - Tekstslide

In het Nederlands
We noemen dit de voltooid tegenwoordige tijd

Ik heb gelopen 
Wij hebben gegeten

Dit geeft aan dat je iets al hebt gedaan.

Slide 2 - Tekstslide

In het Nederlans
In het Nederlands gebruik je het hulpwerkwoord hebben/zijn i.c.m. een voltooid deelwoord

Jij gaat nu aan de slag met het maken van de passé composé en je gebruikt alleen het werkwoord avoir

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vertaal je 'hebben' naar het Frans

Slide 4 - Open vraag

Exercice 16ab à la page 22
- Maak deze opdrachten 

Slide 5 - Tekstslide

Les réponses 16a
1. Je dans = ik dans, j'ai dansé = ik heb gedanst
2. Je mange = ik eet, j'ai mangé = ik heb gegeten
3. Je cherche = ik zoek, j'ai cherché = ik heb gezocht

Slide 6 - Tekstslide

Réponses d'exercice 16b
1. Regarder --> J'ai regardé
2. Chanter --> J'ai chanté 
3. Donner --> J'ai donné
4. fêter --> J'ai fêté 

Slide 7 - Tekstslide

Lis 16c à la page 22
Lees opdracht 16c 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom gebruik je de passé composé?

Slide 9 - Open vraag

Exercice 16d à la page 22
- Maak opdracht 16d
- Lees de zinnen en onderstreep de passé composé

Slide 10 - Tekstslide

Réponses 16d
1. Tu as passé
2. J'ai passé'
3. J'ai mangé
4. On a joué
5. J'ai regardé
6. On a dansé

Slide 11 - Tekstslide

Exercice 17b à la page 23
- Maak opdracht 17b
- Tu as mangé? --> Oui, j'ai mangé
 Oftewel: Heb jij gegeten? Ja, ik heb gegeten
Je gebruikt dus telkens de je vorm in je antwoord op de vraag

Slide 12 - Tekstslide

Les réponses d'exercice 17b
2. Oui, j'ai regardé
3. Oui, j'ai parlé
4. Oui, j'ai chanté
5. Oui, j'ai dansé

Slide 13 - Tekstslide

De passé composé 
Neem het schema van exercice 17c door  à la page 23

Slide 14 - Tekstslide

De passé composé
De passé composé heeft er twee, daarmee wordt bedoelt: twee werkwoorden

1. het hulp werkwoord: avoir
2. Het voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

Hoe maak je een voltooid deelwoord?
Je maakt een voltooid deelwoord bij regelmatige werkwoorden eindigend op -er, door -er van een werkwoord af te halen en een é eraan toe te voegen

Slide 16 - Tekstslide

Bij het werkwoord regarder (kijken)
Regarder 
1. -er gaat er vanaf --> regard
2. É plakken we achter de stam --> regardé (gekeken)

Slide 17 - Tekstslide

Bij het werkwoord marcher (lopen)
Marcher  
1. -er gaat er vanaf --> March
2. É plakken we achter de stam --> Marché (gelopen)

Slide 18 - Tekstslide

De formule van de p.c.
Avoir + voltooid deelwoord
J'ai regardé 
Nous avons dansé

Slide 19 - Tekstslide

Waar heeft de passé composé er twee van?

Slide 20 - Open vraag

Hoe maak je een voltooid deelwoord?

Slide 21 - Open vraag

Welk werkwoord is niet van avoir
A
Je suis
B
Tu as
C
Il a
D
Vous avez

Slide 22 - Quizvraag

De formule van de passé composé

Slide 23 - Open vraag

Maak de volgende opdrachten
Exercice 17d à la page 23 --> maak 6 zinnen en kies de woorden die in het schema staan
Exercice 17e--> Beantwoord de vragen
Exercice 17f --> Bekijk de plaatjes en maak de zinnen af met de juiste activiteit

Slide 24 - Tekstslide

Klaar? 
Schrijf het schema van 16c + 17c op bladzijde 22/23 in je schrift. 
- Slim stampen vocabulaire AB NL/FR

Slide 25 - Tekstslide