Pâques! MeeM 2021-2022

Pâques
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Pâques

Slide 1 - Tekstslide

Pâques en France

  • Na deze les weet je hoe ze in Frankrijk Pasen vieren. 

Slide 2 - Tekstslide

Les faits
  • Officieel feest op dezelfde dagen als in Nederland.
  • Paaszondag = Pâques.
  • Paasmaandag = Lundi de     Pâques.
  • Veel winkels zijn gesloten.

Slide 3 - Tekstslide

Pâques
Bekijk het volgende filmpje van 1 jour 1 actu.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat symboliseert een ei (un oeuf) volgens het filmpje?
A
de kerkklokken
B
de oorsprong van de wereld

Slide 6 - Quizvraag

Vrai ou faux?
Ouders vertellen hun kinderen dat...

de klokken van de Franse kerken naar Rome vliegen om de paus te bezoeken...

Slide 7 - Tekstslide

Vrai ou faux?
en dat de klokken op de terugweg eieren laten vallen, in de tuinen van mensen in het land.

Op Paasochtend mogen de kinderen de eieren zoeken. 

Slide 8 - Tekstslide

Is dit verhaal over de kerkklokken vrai ou faux?
A
vrai
B
faux

Slide 9 - Quizvraag

Andere families vertellen hun kinderen dat de Paashaas eieren verstopt. Wat is het woord voor Paashaas?
A
lapin de Pâques
B
poule de Pâques

Slide 10 - Quizvraag

Vrai ou faux?
Fransen maken soms een grapje als ze iemand een bonne fête (fijn feest) wensen met Pasen.

Want in Frankrijk spelen les cloches (klokken) dus een belangrijke rol met Pasen.....

Slide 11 - Tekstslide

Vrai ou faux?
Maar .... une cloche is niet alleen een klok, maar ook een dom persoon.

Als iemand bonne fête tegen je zegt, maken ze dus eigenlijk een grapje over je.

Slide 12 - Tekstslide

Is deze bewering vrai ou faux?
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quizvraag

Weet je het Franse woord voor Pasen nog? Schrijf het op:

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

A Pâques on mange :
A
des bananes
B
des oranges
C
du chocolat
D
des oeufs

Slide 16 - Quizvraag

A Pâques les écoliers français ont des vacances :
A
2 semaines
B
1 semaine
C
3 jours
D
3 semaines

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide