In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Democratisering van Nederland
Mees Breuker
M&M klas drie
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
- Uitleg
- Korte pauze
- Uitleg
- Begrippen ordenen
- Afsluiting met vooruitblik naar komende week
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
- Na deze les snap je welke groepen waarom gingen emanciperen.
- Na deze les ken je de begrippen censuskiesrecht, districtenstelsel, socialisten, confessionelen, emancipatie, verzuiling en schoolstrijd.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
1848
Een lange weg te gaan
Nederland was een parlementaire democratie geworden, maar Nederland was nog geen democratie.
Waarom?
Slide 5 - Tekstslide
In Nederland bestond censuskiesrecht
Censuskiesrecht: Alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden mochten stemmen.
Vrouwen mochten nog niet stemmen. Alleen rijke mannen mochten dus eigenlijk stemmen.
Slide 6 - Tekstslide
De liberalen hadden de macht
Liberalen: een politieke stroming dat de vrijheid van burgers erg belangrijk vindt/vond. Liberalen willen dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving bemoeit. De overheid moet zorgen voor orde en veiligheid maar zich niet bemoeien met de economie.
Veel rijke burgers waren liberaal.
Slide 7 - Tekstslide
Districtenstelsel
Elk district (gebied) kiest een eigen volksvertegenwoordiger. Tot 1917 was Nederland verdeeld in 100 districten. Elk district koos dus 1 van de 100 Tweede Kamerleden.
Slide 8 - Tekstslide
Naast de liberalen waren er nog twee politieke stromingen.
Socialisten en confessionelen
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn socialisten? Bestaan deze nog steeds?
Slide 10 - Open vraag
Wat zijn confessionelen? Bestaan deze nog steeds?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Liberalen
Tot 1887 zelfverzekerd dat ze de grootste waren.
Toen andere stromingen groter begonnen te worden gingen zij zich beter organiseren en richten de Liberale Unie op.
Slide 13 - Tekstslide
Socialisme
(Sociaaldemocraten) Richten in 1894 de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij op (SDAP).
Zij wilden kiesrecht voor arbeiders, zo konden zij hun plannen doorvoeren om de omstandigheden van deze arbeiders te verbeteren.
Slide 14 - Tekstslide
Confessionalisme
Bestond uit protestanten en katholieken
Protestanten:
1879; ARP Anti-revolutionaire partij
Katholieken:
Eerst een beweging binnen het ARP, later een eigen partij.
1926; Rooms-Katholieke-Staatspartij (RKSP).
Slide 15 - Tekstslide
1887
Verandering grondwet
Het censuskiesrecht werd afgeschaft en vervangen.
Hierin stond dat alle mannen mochten stemmen met 'kentekenen van maatschappijleer welstand'.
Invoering caoutchouc-artikel: De eisen van de grondwet konden worden uitgerekt als rubber.
Slide 16 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Emancipatie
De arbeiders (socialisten), katholieken en protestanten voelden zich achtergesteld.
Ze wilden dezelfde recht als andere burgers. Het strijden voor deze rechten noem je emancipatie.
Slide 18 - Tekstslide
Ook vandaag de dag zijn verschillende groepen zich nog aan het emanciperen. Noem een voorbeeld.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Nederland raakte verzuild
Verzuiling: Verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging.
- Protestantse zuil
- Katholieke zuil
- Liberale zuil
- socialistische zuil
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
De schoolstrijd
Een botsing tussen de politieke zuilen.
Politieke ruzie over wie bijzondere scholen moest betalen.
Slide 24 - Tekstslide
He He..
Eindelijk klaar met de uitleg
We gaan ons voorbereiden op de toets.
Vandaag: begrippen ordenen. Beschrijf de begrippen van de afgelopen lessen en maak een overzichtelijk schema zodat je deze goed kan leren voor de toets.