Burgerschap Thema 2; hoofdstuk 1; Politieke Partijen
5.3 Politieke Partijen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5.3 Politieke Partijen
Slide 1 - Tekstslide
Wat vond jij van de burgerschapslessen tot nu toe? leg je antwoord uit.
Slide 2 - Open vraag
Hoe zou jij een politieke partij omschrijven?
Slide 3 - Open vraag
Een politieke partij is:
Een organisatie van mensen die ongeveer hetzelfde denken over hoe problemen in de samenleving moeten worden opgelost.
Slide 4 - Tekstslide
Standpunten gaan over:
Zorg
Werk
Milieu
Defensie
Onderwijs
Slide 5 - Tekstslide
timer
1:00
Hoeveel politieke partijen kun jij opnoemen?
Slide 6 - Woordweb
Partijen in de 2e kamer
Slide 7 - Tekstslide
Je hebt ook politieke stromingen:
Een groep mensen met hetzelfde idee over hoe de samenleving eruit zou moeten zien.
Belangrijke stromingen in Nederland:
Liberalisme
Socialisme
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
De meeste politieke partijen zijn gebaseerd op een van deze stromingen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welke partij(en) in NL is een voorbeeld van een one-issuepartij?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
= VRIJHEID
Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
Eigen verantwoordelijkheid
De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen
Slide 12 - Tekstslide
= GELIJKHEID
De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
De welvaart moet eerlijk verdeeld worden (gelijke kansen)
Positie van armen verbeteren
Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaaldemocratische partijen
Stroming; socialisme
Slide 13 - Tekstslide
= CHRISTELIJKE WAARDEN
Een politieke stroming waarin het geloof centraal staat
normen en waarden van het christendom
De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
ook organiseren.
Christen democratie
Slide 14 - Tekstslide
Populisme
Slide 15 - Tekstslide
De PVV wordt vaak genoemd als populistische partij. Waarom is dit, denk je?
Slide 16 - Open vraag
Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: Vinden dat de overheid moet opkomen voor de zwakkeren in de samenleving en gelijke kansen moet bieden
Rechts: Vinden dat de overheid een zo klein mogelijke rol moeten spelen en burgers veel vrijheid moeten hebben
Slide 17 - Tekstslide
Ook een belangrijk onderscheid dat je kan zien in het verschil is dat links over het algemeen uit gaat van de maatschappij en rechts van het individu.
Slide 18 - Tekstslide
Rechts
Links
Slide 19 - Sleepvraag
Rechts of links
Veel partijen hebben zowel linkse als rechtse standpunten.
Bijvoorbeeld:
PVV, CDA en D66
Wat links en rechts precies betekent, verandert en verschilt per land, en onderwerp.
Slide 20 - Tekstslide
Welke politieke stroming hoort bij het standpunt?
Slide 21 - Tekstslide
Als je hard werkt en risico's neemt mag je best meer verdienen. Je hoort dan niet gestraft te worden door meer belasting te moeten betalen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij
Slide 22 - Quizvraag
Je moet er van uit kunnen gaan dat de overheid zorgt voor genoeg geld om van te leven en te wonen
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij
Slide 23 - Quizvraag
Welke partijen vinden minder regels belangrijk?
A
linkse partijen
B
rechtse partijen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is progressief
Slide 25 - Open vraag
Progressieve partijen zijn voor vernieuwingen. Ze reageren op veranderingen in de wereld met nieuwe maatregelen. De samenleving moet veranderen en met haar tijd meegaan, en niet krampachtig aan het verleden willen vasthouden.
Slide 26 - Tekstslide
Wat is dan Conservatief ???
Slide 27 - Tekstslide
Conservatieve partijenwillen de samenleving houden zoals die historisch is gegroeid. Ze leggen de nadruk op het goede dat er is bereikt en willen dat vasthouden. Veranderingen moeten langzaam en in kleine stappen plaatsvinden.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
''Nederland moet op korte termijn overgaan tot duurzame energie'' Waarvan is dit een voorbeeld?
A
Conservatief standpunt
B
Progressief standpunt
Slide 30 - Quizvraag
''De pensioenleeftijd moet niet omhoog gaan'' Waarvan is dit een voorbeeld?
A
Progressief standpunt
B
Conservatief standpunt
Slide 31 - Quizvraag
Wat vond je van deze les, en waarom?
Slide 32 - Open vraag
Aan de slag!
Maak nu de opdrachten van thema 2, hoofdstuk 1
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Je kunt op verschillende manieren voor jouw mening opkomen:
=> Door te stemmen/kiezen op een politieke partij = actief kiesrecht
=> Door gekozen te worden
= passief kiesrecht
Een andere manier om voor jouw mening op te komen = lid worden van een actiegroep of belangenorganisatie
Slide 36 - Tekstslide
ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.
Slide 37 - Tekstslide
Een belangenorganisatie heeft een meer algemene doelstelling. Zoals het beschermen van de natuur of het opkomen voor de automobilist.
Slide 38 - Tekstslide
Andere bekende belangenorganisaties:
AbvaKabo, ambtenarenvakbond
ANBO, voor ouderen
ANWB, de grootste vereniging van Nederland
AOb, onderwijsvakbond
Consumentenbond, consumenten in het algemeen
CG-raad, Voor mensen met een handicap of chronische ziekte
Diabetesvereniging, voor mensen met diabetes en andere betrokkenen