Anatomie hart en bloedvaten Les 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Dat er bloedgroepen zijn, weten we nog niet zo lang. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) zijn veel soldaten gesneuveld op het slagveld. Het gebruik van zware munitie leidde tot forse verwondingen waardoor veel soldaten overleden als gevolg van bloedverlies. In uiterste gevallen werd er een bloedtransfusie toegediend. Het bloed van de donor ging in een fles en deze fles werd in beweging gehouden, omdat anders het bloed zou stollen….  Bloedtransfusie was een riskante onderneming. De ene soldaat overleed eraan en een andere soldaat knapte enorm op. In het begin van 1900 deed Karl Landsteiner een ontdekking. Hij kwam erachter dat het bloed in sommige gevallen stolde. Op deze manier werden de bloedgroepen ontdekt.

Slide 6 - Tekstslide

Dat stollen gebeurt omdat mensen met bloedgroep A op de rode bloedcellen het antigeen A hebben. Geeft iemand met bloedgroep A bloed aan een persoon die ook bloedgroep A heeft, dan is er geen probleem. Deze herkennen elkaar.
Heeft degene die het bloed geeft bloedgroep B, dan gaat het bloed stollen. Degene die dat bloed krijgt gaat antistoffen aanmaken tegen B, waar het bloed gaat stollen met overlijden als gevolg.

Slide 7 - Tekstslide

Mevrouw Peters heeft een bloedtransfusie nodig. Ze heeft bloedgroep A.
Van welke bloedgroepen kan zij bloed ontvangen? Van A en O

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
bovenste holle ader
pulmonaalklep
rechterboezem
tricuspidaalklep
rechterkamer
onderste holle ader
longslagader
longader
aortaklep
linkerboezem
mitraalklep
linkerkamer

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe ver kom je met alles op de goede plaats te zetten?

Slide 13 - Tekstslide

Voor een effectieve hartslag moeten de boezems en de kamers niet tegelijk, maar op een verschillend moment samentrekken. Tijdens de systole trekken beide kamers samen. Hierdoor wordt het bloed naar de slagaders gepompt. Tijdens de diastole ontspannen de kamers en vullen zich met bloed. Het bloed wordt door de boezems naar de kamers gepompt.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleine bloedsomloop begint bij de rechterboezem.... en dan?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
rechterboezem
rechterkamer
longslagader
longen
longader
linkerboezem
linkerkamer

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
  • Pompfunctie
  • Prikkelgeleiding

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
  • Pompfunctie
  • Prikkelgeleiding

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies