Je begrijpt het concept
schaarste en kunt dit toepassen in verschillende contexten.
Je begrijpt het concept ruil en kunt dit toepassen in verschillende contexten.
Je begrijpt het concept markt en kunt dit toepassen in verschillende contexten.
Je begrijpt de concepten welvaart en groei en hun samenhang. En je kunt deze toepassen in verschillende contexten.
Je begrijpt het concept conjunctuur en kunt dit toepassen in verschillende contexten.
Je begrijpt hoe inkomensvorming werkt en hoe dit samenhangt met prijzen en koopkracht.
Je kunt de oorzaken en gevolgen van inflatie verklaren en deze in verband brengen met het renteniveau.
Je begrijpt de economische perspectieven en daaruit voortvloeiende belangen van werknemers, werkgevers,
consumenten, burgers, overheid, bankwezen en belangenverenigingen.
Je begrijpt de samenhang tussen overheidsfinanciën en de doelstellingen en instrumenten van economische politiek.