U1 les 4 luistervaardigheid los verbos

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Schrijf op wat je denkt dat je in deze les gaat leren.

Hoy en clase

La clase anterior

La preparación para la clase de hoy

Los verbos -ar y -er y -ir

La evaluación

Las presentaciones 

La preparación para la semana que viene

La clase anterior

Habla con tu compañero/a de clase en holandés sobre la clase anterior con ayuda de estas imágenes:

Vertaal de volgende zinnen:
1. Ik heb blauwe ogen.
2. Mijn hobby's zijn
Vertaal de volgende woorden
3. de honden
4. een kat

Los verbos -ar, -er, -ir

Bekijk de volgende werkwoorden:

estudiar          leer             vivir

estudio                             leo                       vivo

Wat valt je op?

Verbos -ar en -ir

bailar (dansen)

bail-o (ik dans)

bail-as (jij danst)

bail-a (hij/zij/het/u danst)

Maak nu leer (lezen) en vivir (let op dezelfde als -er)

De ik, de jij en de hij/zij/het/u

A practicar

1. ik (escuchar)

2. jij (bailar)

3. hij (comprar)

4. zij (comprender)

5. jij (abrir)

6. ik (cumplir)

La evaluación

1. Ik weet nu hoe ik de regelmatige werkwoorden moet vervoegen in de ik/jij/hij/zij vorm.

2. Ik begrijp de les vandaag heel goed.

3. Ik vind de grammatica wel moeilijk

La preparación para la siguiente clase

Leer heel goed de basisgrammatica

Leer de vocabulaire (familie, uiterlijk, persoonlijke zinnen)

leer de uitgangen van de werkwoorden op -ar, -er, -ir.