Lezen H6: Tekst en publiek


Hoofdstuk 6 Lezen: Tekst en publiek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 6 Lezen: Tekst en publiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les kan je vaststellen wat het publiek/de doelgroep van een tekst is.


Waarom is dat handig?

Slide 3 - Tekstslide

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 4 - Woordweb

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 5 - Woordweb

VVoor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 6 - Woordweb

Voor wie is deze tekst bedoeld en waar zie je dat aan?

Slide 7 - Woordweb

Wat hebben jullie geantwoord?
En wat hebben deze antwoorden gemeen?


Slide 8 - Tekstslide

Tekst en publiek: blz. 162 nn
Een schrijver houdt rekening met zijn publiek. Op deze manier zie je voor welke doelgroep de tekst bedoeld is:
  • Onderwerp
  • Bron
  • Taalgebruik
  • Lay-out

Slide 9 - Tekstslide

Wat is 'jargon'?

Slide 10 - Tekstslide

Af in de les/huiswerk:
opdracht 1, 2, 3 en 4

Hoofdstuk 6 'Lezen'

Slide 11 - Tekstslide