Present Perfect - Past Perfect

Present Perfect - Past Perfect
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present Perfect - Past Perfect

Slide 1 - Tekstslide

In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 2 - Quizvraag

Present perfect is?
A
verleden tijd en helemaal afgelopen
B
verleden tijd, nog invloed
C
toekomst
D
tegenwoordige tijd

Slide 3 - Quizvraag

In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
Have I lived in Purmerend for 13 years?
B
Did I live in Purmerend?

Slide 4 - Quizvraag

Hoe maak je de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
D
have/has + ww -ed (helped, found) / 3e rijtje

Slide 5 - Quizvraag

Present Perfect 
Een gebeurtenis in het verleden die nog steeds gaande is of invloed heeft op het heden. 

I have lived in Zwolle since 2005 (nog steeds bezig).

Slide 6 - Tekstslide

Present perfect: vervoeging 
Have/has ww-ed (regelmatige ww) of voltooid deelwoord  

She has played hockey since 2012. 

Slide 7 - Tekstslide

In welke zin wordt de past perfect gebruikt?
A
We caught a fish and they made dinner
B
They had talked before they went outside

Slide 8 - Quizvraag

In welke zin wordt de past perfect gebruikt?
A
Has Jane seen many movies?
B
Before the game started, the teams had shaken hands.
C
What they have done, they really shouldn't have.

Slide 9 - Quizvraag

Past perfect is?
A
eerder dan iets anders in de verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
verleden tijd, nu nog invloed
D
verleden tijd

Slide 10 - Quizvraag

Hoe maak je de past perfect?
A
have + ww -ed/3e rijtje
B
Has + ww - ed/3e rijtje
C
had+ ww -ed/3e rijtje
D
To be + ww-ed/3e rijtje

Slide 11 - Quizvraag

Lucy ________ her homework yet.
A
hasn't done
B
didn't do
C
haven't done
D
doesn't do

Slide 12 - Quizvraag

_____________ lunch yet?
A
Have you eaten
B
Has you eaten
C
Did you eat
D
Do you eat

Slide 13 - Quizvraag

She said that the _________ the UK before.
A
hasn't visited
B
hadn't visited
C
didn't visit
D
not visited

Slide 14 - Quizvraag

I ___________ the book yet.
A
didn't finish
B
don't finish
C
haven't finished
D
not finished

Slide 15 - Quizvraag

I ________ breakfast when he arrived.
A
didn't have
B
haven't had
C
hadn't had
D
hadn't

Slide 16 - Quizvraag

Past Perfect 
Meerdere momenten in het verleden alleen gebruik je bij wat het langst geleden is gebeurd. 

Before they went to the city, they had finished the game.

Slide 17 - Tekstslide

Vervoeging 
Had +  Voltooid deelwoord 

I had cooked before I went to the shopping mall.

Slide 18 - Tekstslide