Welkom 2E

• Mentorles
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welke regels waren er ook alweer?

- op tijd in de les

- jas in de kluis

- luisteren naar elkaar

- mobiel is weg

Donderdag

10:15 Nederlands:

Blz 131, 132: 

Maken opdracht 6, 7 

11:05 Rekenen herhalen 69 t/m 71

11:05: nieuws

11:15: spelling: namen met hoofdletters

einde les: oefendictee

13:00 - Ramadan - kahoot

13:45 uit 

 

Nodig:

laptop -inlog lessonup

klascode eihad

Feit

Gebeurtenis wat vast staat

Mening

Wat iemand ervan vindt

Argument

Je legt uit waarom hij/zij er iets van vindt.

Terugblik

Opdracht 4:

1 Tekst 3 is een blog

2. Argument: willen weten of ze een van de zeven schoonheden bezitten. Signaalwoord: omdat

3. Nepwimpers tellen niet mee, omdat ze niet natuurlijk zijn.

5. Een stoere man met een sterk en mannelijk uiterlijk.

6. De schrijfster eindigt haar verhaal met haar mening over de lijst met zeen schoonheden.

Opdracht 5:

1. uitgeroepen tot - aangewezen als

kandidate - deelneemster

toeschouwers - mensen die ergens naar kijken

van kleins af aan - vanaf je kindertijd

spande de kroon - maakte het helemaal erg vreemd

3. feit

4. jammer niet gewonnen heb

5. mening: volgens mij

argument: lippen opgevuld en die van mij zijn echt

6. Miss Florida en Miss Canada toch geen winnaressen

7. De deelneemster aan missverkiezingen weleens fouten maken.

8 de Tweede zin van alinea 5 is een feit.

Vrijdag

10:15 Start lezen 15 minuten

10:35

Instructie Eva, Jasmijn, Zilan, Iris

11:05: nieuws

11:15: spelling: namen met hoofdletters

einde les: oefendictee

13:00 - Ramadan - kahoot

13:45 uit 

 

Nodig:

laptop -inlog lessonup

klascode eihad

Vrijdag

11:50 - 12:05 uur lezen

12:00 - spelletjes

13:00 - naar buiten

13:45 uit 

 

Nodig:

laptop -inlog lessonup

klascode eihad

Het spel

Alle kinderen gaan naast hun tafel klaar staan voor de spannende afvalrace. De leerkracht geeft twee kinderen de beurt en deze zullen tegen elkaar strijden voor de titel ‘King’ of ‘Queen’ van spelling.

De leerkracht noemt iedere ronde een woord uit een van de geoefende spelling categorieën. Het kind dat als eerste de juiste spelling categorie of spellingsregel bij het woord weet te noemen, wint de ronde. Hij of zij mag blijven staan en blijft in het spel. Het andere kind valt af en gaat weer zitten op zijn plek. De leerkracht geeft twee nieuwe kinderen de beurt en noemt een nieuw woord. Weer gaat het erom wie het snelste is en nog een ronde mee mag. Zo zullen er een voor een kinderen afvallen in de race naar de titel.

Finale

De leerkracht gaat zo door totdat er twee kinderen overblijven en tussen hen wordt de spannende finale gespeeld. Deze finale wordt gespeeld volgens ‘best of 3’. De leerkracht noemt drie woorden en wie het eerst twee punten weet te scoren wint. Hij of zij mag zich voor even de ‘King’ of ‘Queen’ van spelling noemen. Totdat er weer een nieuwe race begint natuurlijk. Kunnen ze hun titel verdedigen?…

Nog meer oefenen? Kijk eens op spellingoefenen.nl.

Dit delen:

Who’s the men?

- groep in 2'en

- 3 papiertjes, met persoon, plek, voorwerp

- ronde 1: binnen een minuut, zo veel mogelijk woorden omschrijven

- ronde 2: woord uitbeelden

- ronde 3: 1 woord gebruiken.

Het team dat na drie rondes de meeste woorden heeft geraden, wint.

Dagindeling

11:50         Rekenen: afronden

https://voortgezetonderwijs.online/digibordmodule/index.php?id=eurowijs&io=geldtest#slide-1

Nodig:

laptop

Kennismaken - kleur je vraag

10:30        

Schud de kaarten en leg ze ondersteboven op de tafel. Nummer 1 van je groepje pakt een kaart en leest de vraag voor die bij de kleur hoort. Nummer 2 geeft antwoord op de vraag. Daarna pak je het volgende kaartje en leest deze voor aan nummer 3, enz.

https://www.maakgroepjes.xyz/nl

Samenwerkingsopdracht

 De opdracht is simpel: bouw met 3 of 4 personen in 18 minuten een zo hoog mogelijke toren van 20 spaghettistokjes, 1 meter plakband en 1 meter touw. Voorwaarde is dat bovenop de toren een marshmallow moet kunnen liggen zonder dat de toren instort.

zoek de valse

1. schrijf drie stellingen op: 2 zijn waar en 1 is niet waar.

2. Ik geef een startteken

3. Loop door de klas en zoeken een maatje.

Heb je geen maatje hebben, steek je hand op.

4. Leerling A vertelt zijn/haar stellingen aan leerling B.

5. Leerling B probeert te ontdekken welke stelling niet waar is.

6. Leerling A en B wisselen van rol.

7. Hierna zoeken de leerlingen een nieuw maatje.

Samenwerkingsopdracht

 De opdracht is simpel: bouw met 3 of 4 personen in 18 minuten een zo hoog mogelijke toren van 20 spaghettistokjes, 1 meter plakband en 1 meter touw. Voorwaarde is dat bovenop de toren een marshmallow moet kunnen liggen zonder dat de toren instort.