5 Oefeningen Interpreteren van diagrammen van gegroepeerde numerieke gegevens

Oefening 1
De gegevens van een onderzoek naar de massa, in kg, van de zesde jaars in een school werden verwerkt in het ogief op de volgende slide.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefening 1
De gegevens van een onderzoek naar de massa, in kg, van de zesde jaars in een school werden verwerkt in het ogief op de volgende slide.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel procent van de leerlingen weegt minder dan 68 kg?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen wegen tussen 76 kg en 85 kg?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf welke massa behoort een leerling tot het zwaarste kwart?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 2
Aan 100 jongeren werd gevraagd hoeveel zakgeld ze per maand krijgen. Het resultaat van dit onderzoek kan je zien in het histogram op de volgende slide.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Geef de modale klasse.

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel jongeren krijgen tussen de 30 en 40 euro zakgeld?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel procent van de jongeren krijgt minder dan 10 euro zakgeld?

Slide 13 - Open vraag

Oefening 3
Tijdens het medisch onderzoek meet de verpleegster de lichaamslengte. De frequentiepolygoon toont de lichaamslengte van een groep jongens.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel jongens werden tijdens het onderzoek gemeten?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel jongens zijn kleiner dan 170 cm?

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel procent van de jongens met 190 cm of meer?

Slide 18 - Open vraag

Oefening 4
In een postkantoor houdt men de wachtlijsten aan het loket bij. Het diagram geeft een overzicht van die wachttijden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe noem je deze grafische voorstelling?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel procent van de mensen moet minder dan vijf minuten wachten aan het loket?

Slide 22 - Open vraag

Hoeveel procent van de mensen moet acht minuten of meer wachten aan het loket?

Slide 23 - Open vraag

Voor hoeveel procent van de mensen bedraagt de wachttijd drie tot zes minuten?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Oefening 5
Aan alle leerlingen van het vierde jaar van een school werd gevraagd hoe ver ze van school wonen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen zitten er in die school in het vierde jaar?

Slide 28 - Open vraag

Hoeveel leerlingen wonen op minder dan 10 km van school?

Slide 29 - Open vraag

Hoeveel leerlingen wonen op 12 km of verder van school?

Slide 30 - Open vraag

Hoeveel leerlingen wonen op een afstand van 6 tot 10 km van school?

Slide 31 - Open vraag

Hoeveel procent van de leerlingen woont op minder dan 4 km van school?

Slide 32 - Open vraag

De veertig leerlingen van het vierde jaar die het dichtst bij school wonen, wordt gevraagd deel te nemen aan een enquête. In die enquête vraagt men ook hoe ver de leerlingen van school wonen. Tot welke klasse behoort dan de leerling die het verst van school woont?

Slide 33 - Open vraag