Bt3du2

Welkom BT3du2
Kom rustig binnen, pak je boeken op de bank.
Duits 3e uur. 
 Kapitel 3, Lektion 4/5. 




1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom BT3du2
Kom rustig binnen, pak je boeken op de bank.
Duits 3e uur. 
 Kapitel 3, Lektion 4/5. 




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Opdrachten maken die horen bij Kapitel 3, lektion 4/5. 
  • Een Duitse quiz. 
  • Tijd over? Hw maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individueel in stilte:
  • Werk verder aan het hoofdstuk: 
Kapitel 3, Lektion 4/5. 
  • Maak de opdrachten die hierbij horen. (de luisterfragmenten komen de volgende les)
  • Klaar? schrijf de woordenlijst over van Kapitel 3. 
  • Ik kom langs om te controleren! 




timer
25:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak een iPad
  • Ga naar lessonup.com 
  • Vul de code op het bord in.
  • Gebruik je eigen naam

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummibeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de volgende figuurtjes komt uit Duitsland?
A
Diddl
B
Hello Kitty
C
Nijntje
D
Dora

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koningsdag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'bellen' betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende supermarktketens vind je niet in Dsl? Duitsland?
A
Albert Heijn
B
ALDI
C
Penny
D
Lidl

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
der Junge
D
Müller

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikadel met mayo curry en uitjes

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk landnummer moet je intoetsen als je naar Duitsland wilt bellen?
A
0049-
B
0031-
C
0032-
D
0044-

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn -van boven naar beneden- de kleuren van de Duitse vlag?
A
zwart geel rood
B
rood zwart geel
C
rood geel zwart
D
zwart rood geel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duiters betalen ook sinds 2002 met euro's. Wat was daarvoor de munteenheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heißt diese torte?
A
Aachener Kirschtorte
B
Berliner Kirschtorte
C
Schwarzwälder Kirschtorte
D
Frankfurter Kirschtorte

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wer ist kein Einwohner von Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welches Lied hörst du?
A
Applaus, Applaus- Sportfreunde Stiller
B
Monsta- Culcha Candela
C
Wenn sie Tanzt- Max Giesinger
D
Hamma!- Culcha Candela

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welches Lied hörst du?
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
BLØF
B
Guus Meeuwis
C
Andre Hazes
D
Kraantje Pappie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In dem Lied geht es
darum, dass ........
A
Keiner von beiden Französisch spricht
B
Die beiden sich nicht mögen, weil sie nicht dieselbe Sprache sprechen
C
Die beiden sich mögen, obwohl sie nicht dieselbe sprache sprechen

Slide 23 - Quizvraag

Geen van beiden spreekt Frans

De twee kunnen elkaar niet uitstaan ​​omdat ze niet dezelfde taal spreken

De twee vinden elkaar leuk, ook al spreken ze niet dezelfde taal
Ga aan de slag!
  • Maak huiswerk. 
  • Je mag rustig overleggen. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies