3.1 - Internationale handel

Vroege Middeleeuwen 
3.1 Internationale handel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vroege Middeleeuwen 
3.1 Internationale handel

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
 - Leren 77 - 78
- Maken 4 en 7

Slide 2 - Tekstslide

Moeilijkheden tav huiswerk?

Slide 3 - Woordweb

Als je een omschrijving zou moeten geven van hofstelsel, welke drie woorden heb je dan zeker nodig?

Slide 4 - Woordweb

Een boer die geen eigen land heeft, land pacht en ook op diensten moet leveren aan de heer, is een:
A
horige
B
vrije boer
C
lijfeigene

Slide 5 - Quizvraag

Invulopdracht kenmerkend aspect:
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een ..... agrarische cultuur, georganiseerd via ..... en horigheid
A
moderne - bestuur
B
zelfvoorzienende - hofstelsel
C
zelfvoorzienende - bestuur
D
moderne - hofstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een domein?

Slide 7 - Woordweb

Vroege Middeleeuwen 
3.1 Internationale handel

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen wat het belang van Dorestad was
  • Beredeneren of deze plaats regel of uitzondering symboliseert

Slide 9 - Tekstslide

6

Slide 10 - Video

01:18
In de buurt van welke plaats lag Dorestad?

Slide 11 - Woordweb

03:04
Dorestad lag gunstig voor de handel, omdat het lag ....
A
bij een kruispunt van wegen
B
bij een kasteel en dus veiligheid bood
C
bij een splitsing van rivieren
D
bij een klooster en daar veel geld kon verdienen

Slide 12 - Quizvraag

04:54
Dorestad had op z'n hoogtepunt:
A
10.000 inwoners
B
5.000 inwoners
C
400 inwoners
D
3.000 inwoners

Slide 13 - Quizvraag

06:00
Inschattingsvraag: waar zijn de zwaarden van deze maker gevonden?
A
In Noord West Europa
B
In de huidige Benelux
C
Rond het huidige Wijk bij Duurstede
D
In heel Europa

Slide 14 - Quizvraag

08:11
De eigenaar van deze fibula was dus een aanhanger van...
A
de Germaanse goden
B
de katholieke god
C
de Romeinse goden
D
de lokale natuurgoden

Slide 15 - Quizvraag

09:20
Wat had de stad Dorestad dat Vikingen aantrok?
A
welvaart
B
vis
C
wapens
D
vrouwen

Slide 16 - Quizvraag

Dorestad zoals we het net hebben gezien was in de Vroege Middeleeuwen een normale stad
A
Zeker!
B
Nee hoor

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

In 2014 werd in Utrecht bij werkzaamheden op het Domplein een schat gevonden. Er werden 52 gouden en 12 zilveren munten opgegraven die afkomstig waren uit de periode 560-700. De gouden munten waren voornamelijk in Utrecht zelf geslagen. De zilveren  munten waren sceatta’s, een betaalmiddel dat in meer Noord-Europese steden werd gebruikt.  

De vondst van deze schat nuanceert het gangbare beeld van de vroege middeleeuwen.  

2p 5 Noem dit gangbare beeld van de vroege middeleeuwen en toon aan dat de vondst dit beeld nuanceert. 

Slide 19 - Tekstslide

5 maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:

• In West-Europa bestond vrijwel geen handel / was de geldeconomie verdwenen 1
• Doordat er in Utrecht (gouden) munten werden geslagen was er
blijkbaar wel sprake van handel / was de agrarisch-stedelijke cultuur in de vroege middeleeuwen in Utrecht nog niet geheel verdwenen / was de samenleving rijker dan werd aangenomen 1

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kun je:
  • Uitleggen wat het belang van Dorestad was
  • Beredeneren of deze plaats regel of uitzondering symboliseert

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Leren 3.1
  • Maken 8 en 10

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video