Taal thema rap woordenschat

Welk woord past bij iets aan de kaak stellen?
A
de rijkdom
B
de luxe
C
de misstanden
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welk woord past bij iets aan de kaak stellen?
A
de rijkdom
B
de luxe
C
de misstanden

Slide 1 - Quizvraag

Wat past bij het statussymbool?
A
de dure spullen
B
het gedrag
C
het muziekgenre

Slide 2 - Quizvraag

Op het toneel bedacht hij pas wat hij zou gaan spelen.
A
provoceren
B
improviseren

Slide 3 - Quizvraag

Jongeren in de hiphopscene zijn vaak grof in de mond.
A
inspiratie
B
straattaal

Slide 4 - Quizvraag

Rappers praten snel en op de beat van de muziek.
A
respectloos
B
ritmisch

Slide 5 - Quizvraag

Hij maakte carrière onder een schuilnaam.
A
pseudoniem
B
roots

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor het ritme in de muziek?
A
dissen
B
de beat
C
de graffiti
D
de hiphop

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de roots?
A
de publiekstrekker
B
het album
C
de getto
D
de afkomst

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de loopbaan?
A
de carrière
B
de clip
C
het contract
D
het label

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een single?
A
Een muziekstuk van een album dat apart wordt uitgebracht.
B
Iets waar veel publiek op afkomt.
C
Een naam om je eigen naam verborgen te houden.
D
Iemand die alles voor de muziekopname regelt.

Slide 10 - Quizvraag

Wat past het best bij het woord de breakdance?
A
dansstijl
B
ritme
C
lenigheid
D
muziek

Slide 11 - Quizvraag

Wat past het beste bij het woord dissen?
A
je gevoel uitdrukken
B
achting voor iemand hebben
C
de eerste keer optreden
D
respectloos

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een geluidsdrager?
A
de cd
B
de stick
C
de rivaal
D
de schijf

Slide 13 - Quizvraag

Wat is commercieel?
A
Geen respect tonen.
B
Een schriftelijke afspraak maken.
C
Dat je tegenstander hetzelfde wil bereiken.
D
Dat je er geld mee verdient en winst maakt.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een debuut?
A
Het eerste optreden voor publiek.
B
Een ritme in de muziek.
C
Een verzameling muziek.
D
Een muzieksoort.

Slide 15 - Quizvraag

Een achterstandswijk is een woonwijk...
A
waar veel geluidsstudio's zijn.
B
waar je roots liggen.
C
met slechte huizen en veel criminaliteit.
D
waar nog een jongerencultuur is.

Slide 16 - Quizvraag

Als je een doorbraak beleeft...
A
kun je ritmisch bewegen.
B
word je plotseling bekend of beroemd.
C
leer je je afkomst kennen.
D
woon je in een achterstandswijk.

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent inspiratie?
A
Dat je uitdrukking geeft aan je gevoel.
B
De schijf, band of stick waarop de muziek staat.
C
Een goed idee of een goede ingeving.
D
Hoe hoog een nummer in de hitlijst staat.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde van verloedering?
A
de vooruitgang
B
de doorbraak
C
de verslonzing
D
de achteruitgang

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde van respectloos?
A
vol expressie
B
vol straattaal
C
vol inspiratie
D
vol eerbied

Slide 20 - Quizvraag