Van stadstaat tot wereldrijk

Vandaag:
  1. Wie waren de Romeinen
  2. Hoe kwam het Romeinse grootrijk tot stand?
  3. Hoe werd de stadstaat Rome bestuurd
  4. Hoe veranderde dit bestuur door de eeuwen heen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
HistoryTertiary Education

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
  1. Wie waren de Romeinen
  2. Hoe kwam het Romeinse grootrijk tot stand?
  3. Hoe werd de stadstaat Rome bestuurd
  4. Hoe veranderde dit bestuur door de eeuwen heen 

Slide 1 - Tekstslide

Wie waren de Romeinen?
De stad Rome was in het begin helemaal geen stad. Het was een klein dorpje of een verzameling van kleine dorpjes in de vallei van de rivier de Tiber.
Deze is ontstaan uit herders die in de bergen een Nomadisch bestaan hadden maar zich vestigde in de Tiber-vallei.
Zij werden sedentair.

Slide 2 - Tekstslide

Midden-Italië

Slide 3 - Tekstslide

De 7 heuvels van Rome

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke termen
Nomaden
Personen die rondtrekken en geen vaste woonplaats hebben
de Tiber
Grote rivier in midden-Italië
Migranten
Mensen die vrijwillig een land/plek verlaten.
Sedentair
Personen die een vaste plek om te wonnen hebben

Slide 5 - Tekstslide

Waarom op heuvels?
De eerste dorpen hebben zich gevestigd op zeven Heuvels in de Tibervallei.
Maar waarom nou op die heuvels?
De oevers van de Tiber was  drassig en moeilijk om op te wonen. 

Slide 6 - Tekstslide

Landbouwers
De dorpelingen deden vooral aan akkerbouw en Veeteelt.
Hierdoor groeide hun populatie sterk en begonnen de heuvel-dorpen naar elkaar toe te groeien totdat zij uiteindelijk de kleine stadstaat Rome vormde in +/- 500 v. Christus.

Slide 7 - Tekstslide

Etrusken
De dorpjes werden in 600 v.Chr. geregeerd door Etruskische Koningen. 
De Romeinen hebben veel handige dingen van de Etrusken overgenomen.
In 500 v.Chr. werd de laatste Etruskische Tirannieke Koning verjaagd en werd de stadstaat Rome onafhankelijk 

Slide 8 - Tekstslide

Definities
Akkerbouw
Verbouwen van gewassen zoals graan en groenten.
Veeteelt
Het houden van veedieren
Tiran
Onwettelijke alleenheerser
Stadstaat
Politiek onafhankelijke staat ter grote van een stad.
Onafhankelijk
Aan niemand onderworpen.

Slide 9 - Tekstslide

Republiek
Tijdens de stadstaat periode van Rome (vanaf ongeveer 510 v.Chr.) werd de Romeinse Republiek opgericht.
De Romeinse republiek berustte in feite op drie pijlers:
Volksvergadering
Senaat
Magistratuur

Slide 10 - Tekstslide

Republiek
De volksvergadering klinkt democratischer dan dat het was: Het stemrecht berustte alleen op vrije mannen.
De Consuls waren de heersers over de Romeinse republiek. Er werden steeds twee consuls gekozen uit de senaat en zij waren opperbevelhebbers van het leger en belangrijker:
Zij hadden het vetorecht tegenover elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Senaat
 De senaat was de raad van "ouderen". De senaat bestond uit 300 hoofden van de Patricische families, de oude rijke families.
De senaat beheerde de schatkist, regelde de buitenlandse politiek, adviseerde de consuls en waren voor het leven benoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Senaat
De senaat had ook één volkstribuun. Een vertegenwoordiger van het plebs, van de gewone man.


Slide 13 - Tekstslide

Patriciërs
Door het constant verwerven van nieuwe grond konden veel families uitgroeien tot zeer machtige en zeer rijke groepen.
Deze families noemden ze "Patriciërs".

Slide 14 - Tekstslide

Plebejers
Zij die geen of weinig grond bezaten en dus ook weinig rijkdom en macht hadden noemde men "Plebejers" of het plebs.
Ook wel het "gewone volk"

Slide 15 - Tekstslide

Patriciërs
Rijke, oude famillies van Rome
Plebejers
Of het Plebs, was het "gewone volk"
De Senaat
300 hoofden van de Patriciërs én 1 volkstribuun van het Plebs.
Consuls
De heersers van Rome, benoemd voor het leven vanuit de senaat.
Republiek
Regeringsvorm van Rome als Polis

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Groei van het Romeinse leger
Naarmate de stadstaat groeide, door het overnemen van land bij hun buren, groeide ook het Romeinse leger uit.
Zij verplichtte hun nieuwe onderdanen manschappen te leveren.

Slide 18 - Tekstslide

Economische motieven expansie
Landbouwgronden verweven. De snelgroeiende bevolking van Rome moest gevoed worden en overtollig voedsel kon verhandeld worden.
Handelsroutes Het controleren van de bestaande handelsroutes.
Slavernij een groot gedeelte van de rijkdom van Rome berustte op het gebruik van slaven die zij verwierven uit krijgsgevangen.

Slide 19 - Tekstslide

Sociale/Politeke motieven
Mythologisch: Het was de wil van de goden dat Rome zou uitgroeien tot een grootrijk.
Sociaal: het verwerven van roem en eer voor de consuls/generaals.
Politiek: Het verdedigen van Rome is een stuk makkelijker wanneer Rome als eerste aanvalt...

Slide 20 - Tekstslide

Benoem waarom de nomadische herders op de heuvels zijn gaan vestigen en niet aan de oevers van de Tiber?

Slide 21 - Open vraag

Benoem het verschil tussen de Plebejers en de Patriciërs

Slide 22 - Open vraag

Licht mondeling toe waarom de term "imperialisme" van toepassing is op Rome

Slide 23 - Open vraag

Noem 1 mythologische, 1 economische en 1 sociale reden voor de expansiedrift van de Romeinen

Slide 24 - Open vraag