deuxième cours

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

le mardi, 12 sept 2023

Planning du jour

Français en classe

Interview (B) / (C)

Au travail

Interview en classe

Français en classe

• Ça va ?
• Comment tu t'appelles?
• Tu habites où?
• Tu as quel âge?
• Tu as des frères ou des soeurs? 
• Tu as un chien?

Interview avec Mila

• Ervaringen interviews
• Wat voor soort vragen?
• Wat als het niet goed loopt?
  

Interview avec Mila

lire B - exercices 2a - page 11

Réponse type:
1 naam / leeftijd / woonplaats
2 voetbal / sport
3 familie
4 FC Barcelona / Spanje / vakantie

lire B - exercices 2b - page 11

1 Tu peux te présenter?
2 Tu fais du foot depuis longtemps?
3 Tout le monde fait du sport dans ta famille?
4 Quelle est ton équipe (team) préférée?
5 Tu as déjà été à Barcelone?
6 C’était comment l’Espagne?

lire B page 11 - questions

Réponds aux questions (noteer de antwoorden in je schrift)

1   In welk deel van Frankrijk woont Mila? Noord/Zuid/Oost/West?

2  Sinds wanneer voetbalt Mila?
3  Komt Mila uit een sportieve familie? Leg uit.
4  Wat is de lievelingsclub van Mila?
5  Noem 3 dingen die Mila afgelopen zomer in Spanje heeft gedaan.

lire B page 11 - questions

1  In welk deel van Frankrijk woont Mila? In het westen (ouest)
2  Sinds wanneer voetbalt Mila? Sinds haar 7e. Ze is nu 15, dus al 8 jaar.

3  Komt Mila uit een sportieve familie? Leg uit. Ja, haar broers voetballen en haar vader is trainer.

4  Wat is de lievelingsclub van Mila? Barcelona.

5  Noem 3 dingen die Mila afgelopen zomer in Spanje heeft gedaan.

    Naar het strand, kamperen, Spaanse jongeren ontmoet en met hen gevoetbald

voca C - page 12 - exercice 3b

Kies uit de volgende Franse woorden:

qu'est-ce que              comment
où                              quel
combien                      pourquoi
qui                              quand

Klaar? Vertaal de zinnen 1 t/m 8 in je schrift.

voca C - page 12 - exercice 3b

1  C'est quand ton anniversaire?
    Wanneer ben je jarig?

2  Pourquoi tu aimes le foot? Parce que c'est populaire?

    Waarom houd je van voetbal(len)? Omdat het populair is?

3  Tu as quel âge?

     Hoe oud ben je?

4  Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?

     Wat heb je gedaan in de vakantie?

voca C - page 12 - exercice 3b

5  Comment tu trouves ta chambre?
     Hoe vind je je kamer?

6  Qui est ton meilleur ami?

     Wie is je beste vriend?

7  Tu habites où?

     Waar woon je?
8  Tu as combien de frères et soeurs?
     Hoeveel broers en zussen heb je?

Au travail

faire (maken)           chapitre 0, exercices 4ab

D - écrire et parler  -  exercice 4a

• 1  Yara et Liam
• 2  Yara
• 3  Liam
• 4  Yara
• 5  Liam
• 6  Yara et Liam

D - écrire et parler  -  exercice 4a

       Yara

•     1  Tu as passé de bonnes vacances?
•     2  Tu es en quelle classe?
•     3  Tu as quel âge?
•     4  Tu as des frères ou des soeurs?

D - écrire et parler  -  exercice 4a

      Liam

•     1   Comment est ta maison?
•     2  Tu fais du sport?
•     3  Tu as quel âge?
•     4  Tu aimes l'histoire? Quelle est ta matière préférée?

Interview en classe

Je gaat zo meteen een klasgenoot interviewen aan de hand van de vragen bij 4a en de vragen die je bij 4b hebt genoteerd.

Je wordt zelf dus ook geïnterviewd

Je krijgt een paar minuten de tijd om je voor te bereiden op de interviewvragen.