4.5 Atomen tellen

Doelen van deze les
  1. je leert wat een molecuulformule is
  2. je leert 4 toestandsaanduidingen
  3. je leert wat kloppend maken is
  4. je leert hoe je moet kloppend maken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Doelen van deze les
  1. je leert wat een molecuulformule is
  2. je leert 4 toestandsaanduidingen
  3. je leert wat kloppend maken is
  4. je leert hoe je moet kloppend maken

Slide 1 - Tekstslide

Molecuulformule
  1. symbolen van de elementen achter elkaar
  2. hoeveel van elk atoom: rechtsonder het symbool (dat getal heet de index)
  3. de 1 schrijven we niet
  4. voorbeeld:  1 molecuul H2SO4 bevat                        2 H-atomen, 1 S-atoom en 4 O-atomen 

Slide 2 - Tekstslide

Toestandsaanduiding
s = vast (solid)
l = vloeibaar (liquid)
g = gas (..)
aq = opgelost in water

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

7 twee-atomige elementen:

Claire Fietst Naar Haar Oma In Breukelen

of Br-O-N-Cl-I-F-H

BrONClIFH-groep

Slide 9 - Tekstslide

verbindingen van 2 atoomsoorten met: 
zuurstof
zwavel
chloor
fluor
broom
jodium
voorbeeld: CO2  

heten:
.....oxide
.....sulfide
.....chloride
.....fluoride
....bromide
....jodide
koolstofdioxide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Regels kloppend maken
- voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
- aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet) 
- als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coefficienten) keer 2 

Slide 13 - Tekstslide