Les 30 H3 I written and grammar

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Welcome to English class! 
Lessonplan
  • I Writing & Grammar 
  • Present perfect
  • Present perfect onregelmatige werkwoorden
  • Complete exercises from the workbook

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals 
At the end of this lesson...

  • ... I understand the grammar Present perfect
  • ... I know about page 211-213
  • ... I can talk about experiences and about things that started in the past and are still going on.
  • ... I have completed exercises from the workbook.

Slide 3 - Tekstslide

Tell me 
Where are the knees?

Slide 4 - Tekstslide

yep, there!!

Slide 5 - Tekstslide

SCHRIJF MEE !!!!!!!

Slide 6 - Tekstslide

present perfect

Slide 7 - Tekstslide

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Has/have + voltooid deelwoord

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • 1. Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 9 - Tekstslide

  • 2. Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 10 - Tekstslide

  • 3. Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 11 - Tekstslide

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 12 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 13 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 14 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden blz.211-213

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 15 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 16 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - (NU) AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG

Slide 17 - Tekstslide

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 18 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 21 - Quizvraag

Helen .............. ........................ here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 22 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 24 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 25 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 26 - Quizvraag

En nu zelf aan de slag!
Complete exercises from the workbook
Exercise 55, 56, 57, 58, 59, 60 & 61

Klaar?
SlimStampen Grammar 6A/B

Slide 27 - Tekstslide