Keuzedeel DWG Lesweek 6

Keuzedeel Verdieping diergedrag, dierenwelzijn en ethiek
Lesweek 6
Gezondheid Rund
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel Verdieping diergedrag, dierenwelzijn en ethiek
Lesweek 6
Gezondheid Rund

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag 
  • Herhaling vorige week 
  • Opdracht dierverblijf - zelfstandig werken
  • Mini workshop vachtverzorging

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag herkennen?
  • Beschrijf altijd wat je ziet, en niet wat je denkt te zien.​
  • Voorbeeld: De hond is boos​
  • Nee, de hond tilt zijn lip op en er komt een laag brom geluid uit zijn keel. ​
  • Voorkom Antropomorfisme! Wat betekent dit ook alweer?


Slide 3 - Tekstslide

Welke ontwikkelfase bij pups komt eerst voor?
A
Neonatale fase
B
Inprentingsfase

Slide 4 - Quizvraag

Ontwikkelfasen jonge dieren (Hond)
  1. Neonatale fase​
  2. Overgangsfase​
  3. Primaire socialisatiefase – inprentingsfase​
  4. Primaire socialisatiefase – echte socialisatiefase​
  5. Secundaire socialisatiefase: juveniele fase/angstfase​
  6. Puberteit ​
  7. Volwassenfase






Slide 5 - Tekstslide

Neonatale fase- vegetatieve fase 
  • 0 tot 2 weken ​
  • Doof en blind​
  • Inprenten op de geur van de moeder -> melk vinden/tepel​
  • Geurherkenning is cruciaal, geuren mensen en andere dieren leren kennen (moeder/nest/mensen)​
  • Trage prikkelgeleiding (zenuwstelsel nog niet ontwikkeld)​
  • Piepen ​
  • Slapen en drinken vooral ​
  • Ontlasting -> moeder masseert met tong om darmen te stimuleren (puppy’s hebben moeder hiervoor nodig)









Slide 6 - Tekstslide

Overgangsfase
  • 14-21 dagen ​
  • Begint te horen, ogen gaan open​
  • Bewegen in het nest​
  • Reageren op soortgenoten ​
  • Veel vertrouwen in mensen, andere dieren ​
  • Durven alles​
  • Communicatie verandert van piepen naar kwispelen  soortgenootgericht ​
  • Leren veel van moeder, belangrijk dat moeder goed gesocialiseerd is ​-> ‘moeder angstig -> puppy’s ook angstig ​
  • Tandjes komen door 



















Slide 7 - Tekstslide

Primaire socialisatiefase- inprentingsfase ​
  • Dag 18 – week 7​
  • Omgaan met soortgenoten en de omgeving​
  • Leren veel van moeder ​
  • Stress zien te voorkomen ​
  • Positieve manier omgaan met prikkels ​
  • Veel blootstellen aan prikkels​
  • Onomkeerbare fase -> gedrag kan niet meer omgekeerd worden ​
  • Na week 7 niet meer te socialiseren (Te laat)






Slide 8 - Tekstslide

Primaire socialisatiefase- echte socialisatiefase​
  • Steeds meer interesse in omgeving ​
  • Toenemende aarzeling ​
  • Positieve trainen situatie waar ze de rest van hun leven mee te maken krijgen (voorwerpen en geluiden)​
  • Hond zoveel mogelijk meenemen (trein, boek laten vallen)​ (Omgevingsgerichte socialisatie)
  • Blindengeleidehond overal mee naartoe nemen ​​
  • Nest verlaten : Wk 8 tot wk 12






Slide 9 - Tekstslide

Secundaire socialisatiefase: juveniele fase/angstfase
  • Na week 12​
  • Minder nieuwsgierig, meer afwachtend​
  • Herstellen minder snel als ze ergens van schrikken ​
  • Steeds bewuster van de omgeving ​
  • Belangrijk om dingen positief af te sluiten en positief te benaderen​
  • Sneller angstig​
  • Blijven herhalen ​
  • Trainingen kunnen starten ​
  • Aanvaring  b.v. met herdershond, proberen goed af te sluiten, waarom?








Slide 10 - Tekstslide

Puberteit
  • Leuke fase voor de eigenaar :-)​
  • Grenzen verkennen, positie bepalen, Oost-Indisch doof​
  • 6 mnd – 2,5 jaar​
  • Grote honden sneller volwassen, kleine hondjes langer in de puberteit​
  • Veel prikkels, geuren, voor het eerst loops, afgeleid, niet bewust







Slide 11 - Tekstslide

Volwassen
  • Tanden gewisseld 
  • Gevoel dominantie kan afnemen
  • Groeit minder snel -> eet minder 
  • Minder snel afgeleid, gehoorzamer, rustiger, stabieler
  • Vanaf 2 jaar emotioneel volwassen​
  • Tussen de 12 en 36 maanden is de hond sociaal volwassen

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is het handig om het toekomstige  'gebruiksdoel' van een dier zo snel mogelijk te weten?

Slide 13 - Tekstslide

Welke gebruiksdoelen voor dieren kun je bedenken?

Slide 14 - Woordweb

Gebruiksdoelen dieren
  • Huisdier​
  • Waakdier (hond/ gans)​
  • Animal handling​
  • Proefdier​
  • Fokdier ​
  • Omgang met publiek​
  • Werkdier​
  • Op een kinderboerderij​
  • In een dierenspeciaalzaak​
  • In een dierentuin​
  • Op een veehouderijbedrijf/ bedrijfsmatig gehouden dieren










Slide 15 - Tekstslide

Socialisatie gemist, wat nu?
  • Moeilijker in te zetten voor het gewenste gebruiksdoel;​
  • Dier is overal en sneller ergers bang voor;​
  • Trainen is een moeizaam proces;​
  • Socialiseren kan niet meer. Wel gewenning/ habituatie​
  • Minder verbindingen in hun hersenen en minder goed in oplossingen bedenken. 




Slide 16 - Tekstslide

Gedrag en trainen...
  • Wat is het trainen van dieren? 
  • Waarom trainen we dieren?
  • Geschiedenis:  Menagerieën​, Domesticatie​, Werkdier​, ​
Vermaak​, Training (in dierentuinen)







Slide 17 - Tekstslide

Reden trainen van dieren
Hoofddoelen :

  1. Lichamelijk beweging (conditie) ​
  2. Mentale stimulatie (verrijking) ​
  3. Coöperatief: Meewerkend gedrag (makkelijk verplaatsen ipv verdoven en optillen. Ook geld- en tijdwinst) 


Slide 18 - Tekstslide

Wat kunnen jullie verder nog voor redenen bedenken voor het trainen van dieren?

Slide 19 - Open vraag

Maar ook voor...
Veiligheid mens en dier ​

Trainen vergroot welzijn (vervanging, vermindering en verfijning)​
Amusement voor mens (en dier)​
Recreatie en educatie​
Statussymbool ​
Onderzoek​
Hulpdieren​
Sport gerelateerd​
Dagelijkse omgang en hanteren​
Voorkomen van verveling​
Therapie​
Reclame en film​
Maatschappelijke dienstverlening​
Het versterken van de band tussen dier en eigenaar​














Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bedrijfsonderzoek
  • Opdracht 2 en 3 vanuit de Proeve horen bij het bedrijfsonderzoek 
  • Let op: Je mag dit in tweetallen uitvoeren
  • Hebben jullie al nagedacht over bedrijven?
  • 2 dagdelen de tijd om naar bedrijf toe te gaan (Datums nader te bepalen)
  • Tip: Kies bedrijf waarmee je al bekend bent en waarvan je weet dat ze open zullen staan voor de opdracht

Slide 22 - Tekstslide