T2 BS6 Veilig vrijen

T2 BS6 
Veilig Vrijen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

T2 BS6 
Veilig Vrijen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn
- je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
-instructievideo
-quizvragen
-aan de slag met huiswerkopdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Instructievideo (12 minuten)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

32 quizvragen

Slide 6 - Tekstslide

SOA
A
seksueel onzichtbare aandoening
B
seksueel ondraagbare aanpassing
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
seksueel ondenkbare aandoening

Slide 7 - Quizvraag

Voor wie ga je veilig vrijen?

A
Voor een ander
B
Voor jezelf
C
Voor jezelf en de ander

Slide 8 - Quizvraag

Syfilis is een heel ernstige SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 9 - Quizvraag

SOA's worden overgedragen door veilig vrijen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Kan je onvruchtbaar worden van een SOA?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen mannen
D
Alleen vrouwen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een SOA.
A
HIV
B
Herpes
C
Alle antwoorden zijn goed
D
Chlamydia

Slide 12 - Quizvraag

Hoe voorkom je een SOA?
A
Anticonceptie pil
B
Goed wassen na de seks
C
Antibiotica
D
Condoom

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de gevaarlijkste SOA?
A
Herpes genitalis
B
Gonorroe
C
HIV
D
Hepatitis B

Slide 14 - Quizvraag

Kan een SOA dodelijk zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Sommige soa’s kunnen worden overgedragen door uit hetzelfde glas te drinken als iemand die een soa heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Over welke SOA gaat dit?
Deze soa wordt veroorzaakt door een schimmel
A
Chlamydia
B
Candida
C
Schaamluis
D
Herpes Genitalis

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een SOA?
A
Seksuele Ongewenste Aandoening
B
Seksueel Overdraagbare Aandoening
C
Het betekent niets
D
Het is Latijn voor ziekte

Slide 18 - Quizvraag

Veilig vrijen betekent dat je zorgt dat je:

A
Beschermt bent tegen zwangerschap
B
Beschermt bent tegen soa’s
C
Beschermt bent tegen griep
D
Beschermt bent tegen zwangerschap en soa’s

Slide 19 - Quizvraag

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door bacteriën?
A
Chlamydia
B
Hepatitis B
C
Herpes genitalis
D
HIV

Slide 20 - Quizvraag

Veilig vrijen is een verantwoordelijkheid van:

A
De jongen
B
Het meisje
C
Jongen en meisje

Slide 21 - Quizvraag

Bij een SOA heb je altijd klachten?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Hoe kan je een SOA krijgen?
A
Via seksueel contact
B
van zoenen
C
Door uit hetzelfde glas te drinken als iemand met een Soa
D
Via de wcbril

Slide 23 - Quizvraag

SOA's worden veroorzaakt door:
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels
D
Alle drie

Slide 24 - Quizvraag

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
Aids
C
Herpes genitalis
D
Genitale wratten

Slide 25 - Quizvraag

Veilig vrijen is het voorkomen van zwangerschap en het voorkomen van een soa
timer
1:00
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Slide 27 - Quizvraag

Wat is dit voorbehoedsmiddel?
A
Vrouwencondoom
B
Nuva
C
Spiraaltje
D
Condoom

Slide 28 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbehoedsmiddel?
A
Spiraaltje
B
Prikpil
C
Anticonceptiering
D
Zwangerschapstest

Slide 29 - Quizvraag

Voorbeelden van voorbehoedsmiddelen zijn
A
de pil en morning-afterpil
B
de pil en condoom
C
abortus en abortuspil
D
spiraal en periodieke onthouding

Slide 30 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel is dit?
A
prikpil
B
hormoonstaafje
C
spiraaltje
D
nuvaring

Slide 31 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Vrouwen condoom
B
Nuvaring
C
Mannen condoom
D
Hormoon staafje

Slide 32 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Mannen Condoom
B
Vrouwen condoom
C
Nuvaring
D
Spiraaltje

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 34 - Quizvraag

Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.

Slide 35 - Quizvraag

Dit voorbehoedsmiddel is bekend als
A
het spiraaltje
B
sterilisatie
C
het pessarium
D
de nuvaring

Slide 36 - Quizvraag

Dit voorbehoedsmiddel bevat hormonen.
A
Coïtus Interruptus
B
Condoom
C
De pil
D
Fun condoom

Slide 37 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Prikpil
B
Condoom
C
Nuvaring
D
De pil

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva

Slide 39 - Quizvraag

Leerdoelen
- je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn
- je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen

Slide 40 - Tekstslide