4.4 online

H4: Verlichting en Revolutie
4.4 De Franse Revolutie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4: Verlichting en Revolutie
4.4 De Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
1. Het streven van vorsten naar absolute macht
2. Rationeel optimisme en  'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst , politiek, economie en sociale verhoudingen.
3. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.
Welk KA past bij deze paragraaf?

Slide 3 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
1. Het streven van vorsten naar absolute macht
2. Rationeel optimisme en  'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst , politiek, economie en sociale verhoudingen.
3. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.
Welk KA past bij deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

hoofdvraag: Waardoor brak de Franse Revolutie uit en welke politieke en maatschappelijke verandringen bracht die teweeg?
deelvragen:
1. Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
2. Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?
3. Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?
4. Hoe verliep de Franse Revolutie en waarom liep die uit op de Terreur?
5. Wat veranderde er door de komst van Napoleon?

Vertel maar

Slide 5 - Tekstslide

Wat is Ancien Régime?
A
Periode dat alleen de ministers hadden macht.
B
Periode dat RJC aan de macht was.
C
Periode dat iedereen invloed had op het bestuur.
D
Periode dat de derde stand had géén invloed op het bestuur.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom werd in 1789 de Staten-Generaal bijeen geroepen?
A
Voor de gezelligheid
B
De staatskas raakte leeg
C
Om de belasting te verhogen
D
Lodewijk XVI wilde nog meer macht krijgen

Slide 7 - Quizvraag

Dit schilderij van de opening van de Staten-Generaal op 5 mei 1789 laat goed zien wat de verschillen waren tussen de afgevaardigden van de verschillende standen. Geschilderd door Auguste Couder in 1839.
Wat kun je met behulp van dit schilderij zeggen over het Ancien Regime in Frankrijk?

Slide 8 - Tekstslide

'Is er geen brood, dan eten ze toch cake!'
Waarom zou Marie-Antoinette zich juist zo hebben laten afbeelden als op dit schilderij?

Slide 9 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
De koning laat troepen samentrekken rond Parijs
De koning opent de eerste bijeenkomst van de Staten-Genrraal sins 1614
De oogsten mislukken door een slechte zomer
De eed op de kaatsbaan
Veel mensen debatteren over wat er in de klachtendossiers moet komen
De schatkist is leeg

Slide 10 - Sleepvraag

Vul in: economisch, politiek, sociaal? Wat voor soort oorzaken zijn dit
Lees de gebeurtenissen opnieuw:

1. De koning opent de eerste bijeenkomst van de Staten-Generaal sinds 1614.
2. De schatkist is leeg.
3. De koning laat troepen samentrekken rond Parijs


Slide 11 - Tekstslide

Over welke gebeurtenis gaat dit schilderij?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is Trias Politica?

A
Dat drie koningen tegelijkertijd regeren in een land
B
Dat drie politici het land regeren
C
Het samenbrengen van drie soorten macht: De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
D
Het scheiden van drie soorten macht: in wetgevend, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zie je de trias politica terug in de nieuwe grondwet van Frankrijk

Slide 14 - Tekstslide

20 juni 1791

De koning wil met zijn gezin naar Wenen vluchten, maar wordt voor de grens opgepakt bij Varennes.


Hij wordt gedwongen de grondwet te ondertekenen.

Slide 15 - Tekstslide


Waarom wordt de periode na de Franse Revolutie "De Terreur" genoemd?
Het wordt de periode van "Terreur" genoemd, omdat...
A
Het een periode is waarin veel terroristische aanslagen werden gepleegd in de samenleving.
B
Het een periode is waarin er veel protesten met geweld werden gehouden en veel mensen onder de guillotine belandden.
C
Het een periode is waarin er veel angst was om onder de guillotine terecht te komen.
D
Het een periode is waarin de radicale voorstanders van de grondwet met de gematigde groepen afrekenden.

Slide 16 - Quizvraag

1793 - Lodewijk XVI onthoofd

Slide 17 - Tekstslide

De 'Terreur'... (1793-1794)
Robespierre

Slide 18 - Tekstslide

1789-1791
1791-1993
1793-1795

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 21 - Open vraag

huiswerk
Bestudeer par 4.5, maak een samenvatting en laat ruimte voor de dingen die je niet begrijpt.

Slide 22 - Tekstslide