§2.5 De Balkan

§2.5 De Balkan
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§2.5 De Balkan

Slide 1 - Tekstslide

Het wisselen van geografische schaal is een voorbeeld van .....?
A
een geografische vraag.
B
een geografische werkwijze.
C
een geografisch beeld.
D
een geografische bron.

Slide 2 - Quizvraag

Taal is een voorbeeld van een ....?
A
eigenschap van een gebied.
B
beschrijving van de relatieve ligging van een gebied.
C
waarderende vraag.
D
bevolkingskenmerk van een gebied.

Slide 3 - Quizvraag

Antwoord vraag 3
De antwoorden zijn natuurlijk afhankelijk van het land dat je gekozen hebt. Ik zal hier nu alleen algemene aanwijzingen geven waar je antwoorden aan moeten voldoen.
3a: de absolute ligging moet met de coördinaten, dus x° NB en y° OL.            De relatieve ligging is bijv. het land ligt ten noorden van een ander 
      land of het ligt aan de Middellandse Zee.
3b: Bevolkingskenmerken zijn bijv. de taal/talen van het land. Of 
      godsdienst. Maar ook iets over de economie en politieke situatie.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg §2.5 (1)
De Balkan is een schiereiland in zuidoost Europa. De natuurlijk grens in het noorden is grofweg de rivier de Sava en Donau. De landen waar deze rivieren doorheen stromen worden meestal helemaal tot de Balkan gerekend. 
Balkan is grotendeels erg bergachtig, behalve langs delen van de grote rivieren . Het reliëf heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van volkeren en cultuur in het gebied:
- door de hoge bergen leefden de volken in het gebied eeuwenland erg geïsoleerd. Ze 
  ontwikkelden daardoor een eigen cultuur in een relatief klein gebied en daaraan gekoppeld
  een hoge mate van autonomie/nationalisme.
- door de hoge bergen kreeg je ook verschillende landschapszones met hun eigen groepen:
  akkerbouw in de dalen, herders hoger in de bergen, stedelijke bevolking in de schaarse 
  steden. Allemaal hun eigen cultuur.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg §2.5 (2)
De Balkan ligt op de grens van Europa en Azië. Invloeden van beide werelddelen nog altijd merkbaar, ook in de vorm van conflicten.
Vanaf 14e eeuw gebied veroverde door Ottomanen (Turken). Versloegen de Serviërs op 28 juni 1389 op het Merelveld, voor Serviërs nog altijd een pijnlijke ervaring. In de loop van de volgende eeuwen kregen de Ottomanen het grootste deel van de Balkan onder controle, ze drongen zelfs door tot de poorten van Wenen. 
De Ottomanen introduceerden ook de islam op de Balkan, maar de meeste bewoners bleven oosters-orthodox. Wel moslims in Albanië en delen van Bosnië en Bulgarije.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg §2.5 (3)
Na 1700 nam de macht van de Ottomanen af. Oostenrijk-Hongarije veroverde steeds meer gebieden op de Balkan. Maar ook zij hadden problemen met de ' onafhankelijkheidsdrang' van veel volken in het gebied. In de 19e eeuw stichtten veel volken een eigen staat: bijv. Griekenland, Servië en Bulgarije. In 1912-1913 werden de Ottomanen zo goed als helemaal uit Europa verdreven. En in 1918 viel Oostenrijk-Hongarije uiteen. Er ontstond een nieuw land op de westelijke Balkan: Joegoslavië. In dat land leefden veel volken samen, soms gedwongen. In de jaren 90 van de vorige eeuw viel Joegoslavië ook uiteen, na een soms zeer bloedige burgeroorlog, in landen als Kroatië, Slovenië, Bosnië-Herzegovina. In 2006 scheidde Montenegro zich van Servië af. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg §2.5 (4)
Door al die invloeden is er op de Balkan een grote diversiteit aan:
- talen. Voornamelijk Slavische talen (Servisch of Bulgaars), maar ook Romaans 
  (Roemeens). Ook Albanees en Grieks zijn talen op de Balkan. Er zijn ook minderheden        die bijv. Duits spreken.
- religie. De meeste mensen zijn oosters-orthodox. Er zijn ook islamitische en rooms-            katholieke minderheden.
- schrift. In een aantal landen wordt het Latijnse schrift gebruikt, net als in Nederland. In 
  sommige landen (bijv. Bulgarije en Servië) gebruikt met het Cyrillische schrift. Ook de
  Grieken hebben een eigen schrift.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg §2.5 (5)
Op de Balkan vallen de grenzen van de staten bijna nooit samen met het leefgebied van de volkeren (situatie 1 bron 2 §3). Alleen Slovenië en Griekenland zijn behoorlijk homogeen: er woont hoofdzakelijk 1 bevolkingsgroep in het land. Ook Albanië is behoorlijk homogeen, al wonen er wel veel Albanezen buiten het land (situatie 4). Bosnië-Herzegovina en Montenegro zijn de meest heterogene landen. Daar wonen veel verschillende bevolkings-
groepen naast en door elkaar. Sommige nationalisten binnen die groepen willen/wilden een eigen staat. Dat heeft tot soms bloedige oorlogen geleid, zoals de Joegoslavische Burgeroorlog eind vorige eeuw.
Daarnaast zijn er ook nog volken die helemaal geen eigen land hebben, zoals de Roma. Ze wonen verspreid over de hele Balkan en vormen overal een minderheid. Ze worden vaak gediscrimineerd.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Huiswerk
Maak voor de volgende keer van §2.5 vragen 1 en 2. De kaart voor vraag 2 zit in de bijlage van Magister. Upload de uitwerkingen naar Opdrachten.

Slide 11 - Tekstslide