1B Oefenen proefwerk H4
Wat staat er meestal in een inleiding?
A
Een belangrijke conclusie/ grappig verhaaltje
B
Een voorbeeld of belangrijke conclusie
C
Een voorbeeld of grappig verhaaltje
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Wat staat er meestal in een inleiding?
A
Een belangrijke conclusie/ grappig verhaaltje
B
Een voorbeeld of belangrijke conclusie
C
Een voorbeeld of grappig verhaaltje
Slide 1 - Quizvraag
Wat betekent 'origineel'?
A
Anders dan wat al bestaat
B
Buurt
C
Gevaar
D
Manier waarop iets gedaan wordt
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent 'risico'?
A
Anders dan wat al bestaat
B
Buurt
C
Gevaar
D
Manier waarop iets gedaan wordt
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent de uitdrukking 'na veel plussen en minnen'?
A
heel erg veel
B
na veel nadenken over alle voor- en nadelen
C
op een dag, ooit
D
wat er ook gebeurt, altijd
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent de uitdrukking 'vroeg of laat'
A
heel erg veel
B
na veel nadenken over alle voor- en nadelen
C
op een dag, ooit
D
wat er ook gebeurt, altijd
Slide 5 - Quizvraag
Verander het woord 'stijl':
Ik volg dansles in verschillende [....]
Ik volg dansles in verschillende [....]
Slide 6 - Open vraag
Verander het woord 'uitvoeren':
Wat heeft jouw broertje [.....]?
Wat heeft jouw broertje [.....]?
Slide 7 - Open vraag
Verander het woord 'combinatie':
Aardbeien en citroen kun je goed [.....].
Aardbeien en citroen kun je goed [.....].
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'hoofdprijs'?
'hoofdprijs'?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'dief'?
'dief'?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'eigenschap'?
'eigenschap'?
Slide 11 - Open vraag
De docent [lezen] langzaam de tekst uit het boek voor?
Slide 12 - Open vraag
[Vinden] jullie het goed als ik met je meega?
Slide 13 - Open vraag
Vergil en Denise [snuiten] tegelijk hun neus?
