2.3 Christendom

De opkomst van het Christendom
paragraaf 2.3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De opkomst van het Christendom
paragraaf 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
wat?
hoe?
tijd?
afspraken maken
klassikaal
5 minuten
uitleg 2.3 opnieuw
klassikaal
10 minuten
filmpje 
klassikaal 
20 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Tekst
Leider van een heel groot rijk
Land waarin de koning de baas is
Land zonder vorst
Republiek
Monarchie
Keizerrijk 

Slide 3 - Sleepvraag

wat is de juiste volgorde van bestuursvorm in het Romeinse Rijk?
A
Keizerrijk, Monarchie, Republiek
B
Monarchie, Republiek, Keizerrijk
C
Republiek, Keizerrijk, Monarchie
D
Monarchie, Keizerrijk, Republiek

Slide 4 - Quizvraag

Waarom kon het Romeinse leger zo makkelijk gebied veroveren?
A
Romeinen hadden een veel betere uitrusting
B
Romeinen hadden een betere aanvalstactiek
C
Soldaten hadden veel vechtlust omdat zij een deel van de gewonnen buit kregen
D
Romeinen vielen op onverwachte momenten aan

Slide 5 - Quizvraag

Wie was de eerste keizer in Rome?
A
Julius Caesar
B
Marcus Antonius
C
Augustus
D
Nero

Slide 6 - Quizvraag

Welke samenleving kende het Romeinse Rijk?
A
Stedelijke samenleving
B
Landbouwsamenleving
C
Industriële samenleving
D
Landbouwstedelijke samenleving

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kwamen Romeinen aan Slaven?
A
deze hadden ze gekocht
B
gewonnen vanuit oorlogen

Slide 8 - Quizvraag

Wereldrijk

  • 350 V.C: Italë veroverd --> daarna snel middellandse zee gebied en  West- Europa
  • Veroverde gebieden onder bestuur van Rome
  • Ambtenaren
  • Overheid maakt wetten  voor onderdanen & inwoners --> geregeld in Forum Romanum 

Slide 9 - Tekstslide

Religie
  • veel goden: Jupiter & Juno  
  • staatsgodsdienst
  • goden werden vereerd met offers in tempels

Slide 10 - Tekstslide

De opkomst van het Christendom 

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 
aan het eind van deze les: 
- weet je hoe het Christendom ontstond
- Hoe Joden in het Romeinse Rijk werden behandeld
- Hoe het Christendom zich verspreid, verboden werd en Staatsgodsdienst werd

Slide 12 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
De Romeinen hadden tientallen goden
Dit maakt hen polytheïstisch
Veroverde volken mochten hun eigen goden blijven aanbidden
Er was dus godsdienstige verdraagzaamheid
Poly = veel
Theos = god
Polytheïsme = godsdienst met veel goden
Het toestaan van andere ideeën en geloven
Als je de Romeinse goden en de keizer ook maar aanbidt

Slide 13 - Tekstslide

Judea 
  • 63 V.C. veroverde de Romeinen het koninkrijk Judea (huidige Palestina) 
  •  Inwoners waren aanhangers van het Jodendom, dit geloof was monotheïstisch 
  • Jezus van Nazareth trok rond in dit gebied, verhalen van hem staan in de Bijbel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Jezus van Nazareth 
  • Prediker van het Jodendom
  • Romeinen zagen hem als opstandeling 
  • Jezus werd opgepakt en gekruisigd
  • ook wel 'verlosser' = Christus --> Christendom

Slide 16 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk
  • ondanks verdraagzaamheid: hoge belastingen voor Joden --> opstanden
  • Joden hierdoor vermoord, weggejaagd, tot slaaf gemaakt
  • Gevolg: verspreiding van Jodendom & Synagogen in het Romeinse Rijk

Slide 17 - Tekstslide

Christendom in het Rijk
  • Christendom als snel populair: maar weigerden de staatsgodsdienst te vereren 
  •  Christenen kregen de schuld van alle ellende in de wereld 
  • Christendom verboden 

Slide 18 - Tekstslide

Keizer Constantijn
  • Constantijn eerste Christelijke keizer --> Christendom werd staatsgodsdienst
  •  Tempels werden omgebouwd tot kerken
  • bisdommen met bisschoppen
  • aan het hoofd kwam de Paus

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken Christendom
  • Monotheïsme (één God)
  • Drie-eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
  • God schepper van hemel en aarde
  • Zondag rustdag
  • Hemel en hel
  • 10 geboden 





Slide 20 - Tekstslide

Jezus was een....
A
Christen
B
Jood
C
Humanist
D
Romein

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent 'Christus'?
A
Gezalfde
B
Zaligmaker
C
Verlosser
D
God redt ons

Slide 23 - Quizvraag

Wie was Constantijn?
A
De eerste keizer
B
De eerste christelijke keizer
C
De eerste paus
D
De echte naam van Jezus

Slide 24 - Quizvraag