5H 11.3 Het hart

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Transport

11.1 Het bloed
11.2 Transportsystemen bij dieren
11.3 Het hart
11.4 De bloedvaten
11.5 Weefselvloeistof en lymfe 

BiNaS tabel 84

Programma

• Huiswerk controle --> opdracht 12 t/m 19 
• Leerdoelen
• Filmpje Hart --> 2.5 minuten
• Uitleg basisstof 11.3 --> Het hart
• Opdrachten maken
• Afsluiting 
  

Leerdoelen 11.3

• Je kunt de delen van een hart met hun kenmerken en functies benoemen.
  
• Je kunt de werking van het hart beschrijven.

Anatomie 

BiNaS 84C

Hoe komt het hart zelf 

aan zuurstof en 

voedingsstoffen?

Via de kransslagaders. Dit zijn aftakkingen van de aorta en ze voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen. 

Afvalstoffen worden afgevoerd via de kransaders. De kransaders komen uit in de rechterboezem. 

Kleppen

Boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen. 

De halvemaanvormige kleppen zitten aan het begin van de aorta en de longslagader.

Kleppen in het hart

De werking van het hart

Fase 1: volstromen boezems uit holle aders en longaders

NU start de hartslag: samentrekken boezems —> naar de kamers

Fase 2: samentrekken kamers: druk stijgt in de kamer (systole) --> dit laat de boezems dicht slaan. Door de druk in de kamers openen bij de aorta en de longslagaders de halvemaanvormige kleppen --> het bloed stroomt de aorta en de longslagader in

Fase 3: De hartpauze: boezems en kamers ontspannen (diastole)

BiNaS 84D 

Systole --> wanneer het hert samenknijpt (bovendruk) 

Diastole --> de druk waneer het hart zich ontspant (onderdruk). 

Werking van het hart

Het hart

Het hart

Hartcyclus

Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht

Boezemsystole - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht

Kamersystole - hartkleppen dicht - halvemaanvormige kleppen open

Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht

Boezemsystole - hartkleppen open - halvemaanvormige kleppen dicht

Kamersystole - hartkleppen dicht - halvemaanvormige kleppen open

Bij volwassenen wordt per hartslag in rust 70 tot 100 mL bloed in de aorta gepompt. Deze hoeveelheid bloed noem je het slagvolume

Elektrocardiogram (ECG)

Hartritme --> Start in gespecialiseerde cellen in de sinusknoop (rechterboezem)

De snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft, noem je de hartslagfrequentie.

Impulsen trekken over de boezems naar punt (AV-knoop) in tussenwand (P-piek)

Vanuit AV-knoop trekken impulsen naar punt van het hart en daarna over de kamers (QRS piek).

daarna repolariseren de cellen in de spierwand van de kamers (T piek)

Het registreren van de elektrische activiteit van het hart

ECG Electro CardioGram

• Diagram dat de elektrische activiteit van het hart weergeeft
• P-top: impuls over de boezems -> boezems trekken samen
• R-top: impuls door de harttussenwand -> kamers trekken samen
• T-top: hartpauze                                                                                           

BiNaS 84 D2

Werking van het hart

Ecg 1 is gemaakt van een normaal kloppend hart,

Ecg 2 is gemaakt van een hart tijdens boezemfibrilleren

In ecg 2  zie je veel extra golven tussen de pieken in.

Zijn deze golven het best te vergelijken met de P-golven of T-golven uit het ecg van afbeelding? leg uit

Samen trekken hart via

prikkelgeleidingssysteem

1. Cellen in de wand van de rechterboezem, de Sinusknoop, vuren een elektrisch signaal af die de boezems laat samentrekken.

2. Deze elektrische prikkel wordt opgevangen in de AV-knop en met een vertraging van ong. 0,04 sec doorgegeven naar de hartpunt.

3. De kamers trekken vanuit de hartpunt naar boven toe samen en duwen zo het bloed de longslagaders en aorta in. 

Negatieve terugkoppeling --> regeling van hartritme/hartslagfrequentie 

en bloeddruk.

Hartslagfrequentie --> de snelheid waarmee de 

sinusknoop impulsen doorgeeft.

De bloeddruk wordt waargenomen door zintuigcellen in de halsslagader en aorta --> doorgegeven aan de

hersenstam. 

Bloeddruk daalt --> hersenstam 

zorgt voor stijging hartritme enz. 

Pompfunctie van het hart

• Slagvolume: Hoeveelheid bloed die per hartslag de hartkamer verlaat (ong. 70 mL per hartkamer). 
• Hartslagfrequentie: Het aantal hartslagen per minuut. 
• Hartminuutvolume: Geeft aan hoeveel bloed er per minuut in het lichaam rondgaat --> hartslagfrequentie x slagvolume. 

--> In rust minder dan bij inspanning. 

Fred heeft een slagvolume van 70 mL in rust en een hartslag van 70 keer per minuut. Wat is zijn hartminuutvolume?

ANTW: 70 x 70 = 4900 mL dus ongeveer 5 Liter per minuut.

Meer of minder bij inspanning? Waarom?

Huiswerk

Lezen 11.3

Maken opdracht 21 t/m 31 + begrippenlijst maken

Herhalen en/of extra oefenen

Playlist video's

Oefenen Biologiepagina.nl