Les: Formulieren

       Nederlands schrijven
    
               Formulieren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

       Nederlands schrijven
    
               Formulieren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Heb jij weleens zelf een formulier ingevuld?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag


Waar heb jij een
formulier voor ingevuld?

Slide 4 - Woordweb

Wat moet je vaak op een formulier invullen? Noem 4 dingen

Slide 5 - Open vraag

Wat is een geldig legitimatiebewijs/ identiteitsbewijs
     
Wat is een geldig    legitimatiebewijs/ identiteitsbewijs

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Moeilijke woorden op een formulier
Burgerservicenummer (BSN) 
Handtekening 
Geslacht
Nationaliteit
Geboorteplaats
Burgelijke staat

Moeilijke woorden 


Burgerservicenummer (BSN)
Handtekening
Geslacht
Nationaliteit
Geboorteplaats
Burgelijke staat

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een burgerservicenummer?

Slide 10 - Tekstslide

Waar kan ik mijn burgerservicenummer vinden?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een handtekening?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat vul je in bij nationaliteit?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is jouw geboorteplaats?

Slide 15 - Open vraag

Wat is jouw burgelijke staat?
A
Gehuwd/ getrouwd
B
Ongehuwd
C
Alleenstaand

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent: Het rijbewijs is tot 20 maart 2022 GELDIG?
A
Je hebt het rijbewijs 20 maart 2022 gekregen
B
Je kunt het rijbewijs tot 20 maart 2022 volgens de wet gebruiken
C
Je moet het rijexamen na 20 maart 2022 opnieuw halen

Slide 17 - Quizvraag

Maak opdracht 1 en 2 van SCHR1 1.4 formulier​ij uitleggen wat een formulier is?
                   OPDRACHT

Slide 18 - Tekstslide