Hoofdstuk 3.3

3.3 atoommodellen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 atoommodellen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Even herhalen wat we tot nu toe hebben gedaan (morgen doen we daar wat oefen vragen mee)
+ planning tot aan de vakantie 
- intro atoom modellen 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
- weet je waar een atoom uit op is gebouwd 
- kan je m.b.v het periodiek systeem het aantal elektronen protonen en neutronen geven van een atoom 

Slide 3 - Tekstslide

Tot nu toe gedaan
Endo en exotherm
soorten stoffen + stroomgeleiding (metalen, zouten, moleculair)
leren van het elementen blad (morgen formatieve toets, volgende week toets die 1x mee telt) 
reactieschema's 
naamgeving moleculaire stof: bv difosforpentaoxide

Slide 4 - Tekstslide

Toetsen die nog komen voor de vakantie
formatieve s.o morgen
echte s.o volgende week
reactievergelijkingen kloppend maken s.o 
toets H2 en H3 

Slide 5 - Tekstslide

Atoommodellen

Slide 6 - Tekstslide

Atoommodellen
Beschrijven hoe een atoom eruit ziet als je heeeeel ver zou inzoomen

Atomen staan in het periodiek systeem

Slide 7 - Tekstslide

Atoommodel van Rutherford
Kern met protonen en neutronen

Elektronen in een wolk er omheen

Slide 8 - Tekstslide

Atoommodel van Rutherford
Kern bestaat uit protonen en neutronen
  • Protonen zijn positief geladen
  • Neutronen zijn neutraal
Om de kern zweven elektronen
  • Elektronen wegen bijna niks (9,10938356(11) × 10−31 kg)
  • Ze zijn negatief

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aantal protonen
Atoomnummer = aantal protonen


Voorbeeld:
- Waterstof heeft atoomnummer 1
- Waterstof  heeft dus 1 proton in de kern

Slide 11 - Tekstslide

Aantal elektronen 
Aantal elektronen = Aantal protonen
  • Atoom is neutraal, dus evenveel + als -

Aantal neutronen hoeft niet gelijk te zijn aan aantal protonen of elektronen

Slide 12 - Tekstslide

Aantal neutronen 
Massagetal = protonen + neutronen

Massa proton en massa neutron = 1 u

Massa elektronen erg klein, telt niet op bij het massa getal


Slide 13 - Tekstslide

Atoommodel van Rutherford
Zuurstof heeft atoomnummer 8
Dus 8 protonen in de kern en 8 elektronen
De atoommassa is 16,0 u
Dus massagetal is 16
16 - 8 = 8 neutronen

Slide 14 - Tekstslide

Isotopen
- Atoom met een ander aantal neutronen in de kern
- Beïnvloed de massa van het atoom (het aantal protonen blijft gelijk)

- notatie: Br-79 of Br-81 Dan weet je welke massa je moet nemen 
Staat dit er niet, dan gebruik je de massa uit je PS

Slide 15 - Tekstslide

Ionen
Hebben atomen een lading dan beïnvloed dat het aantal elektronen
+ lading = elektronen aftrekken
- lading = elektronen optellen

bv O2- = 2 elektronen erbij = 8 + 2 = 10

Slide 16 - Tekstslide

Geef het aantal protonen, neutronen en elektronen van:
1. Natrium 
2. Koolstof
4. Br-79
5. C-13
6. Na+
7. Br-


Slide 17 - Tekstslide

Kies 3 opdrachten uit: (paragraaf 3,3) 32,33,34,35,36

Slide 18 - Tekstslide