In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Pluriform + verzorging
Slide 1 - Tekstslide
De verzorgingsstaat ligt vast in de grondwet
A
Klopt, in de sociale grondrechten
B
Klopt, in de klassieke grondrechten.
C
Klopt niet, rechts wil het afschaffen
D
Klopt niet, links wil het afschaffen.
Slide 2 - Quizvraag
Een pluriforme samenleving is...
A
...een samenleving waarin verschillende religies met elkaar samenleven.
B
....een samenleving waarin verschillende groepen met elkaar samenleven.
C
...een samenleving waar er veel sociale cohesie is.
D
...een samenleving waarin verschillende culturele groepen naast, of met, elkaar samenleven.
Slide 3 - Quizvraag
Van welk begrip is deze foto een voorbeeld?
Slide 4 - Open vraag
Als de tolerantie stijgt
A
Dan daalt de sociale cohesie
B
Dan daalt de polarisatie
C
Dan daalt de solidariteit
D
Dan stijgt de polarisatie
Slide 5 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van een tegencultuur uit het verleden die nu wordt gezien als dominante cultuur?
Slide 6 - Open vraag
Welk statement is waar over cultuur in een maatschappij.
A
Culturen en tradities veranderen niet
B
Er kunnen maximaal drie culturen bestaan landsgrenzen om sociale cohesie goed te houden.
C
Je kunt zowel deel zijn van de dominante cultuur, een subcultuur en een tegencultuur.
D
Cultuur gaat alleen over kunst, boeken, taal en eten.
Slide 7 - Quizvraag
....de verplaatsing van groepen mensen naar een ander land of streek bedoeld, met als doel zich daar voor een langere tijd te vestigen. Met de komst van immigranten is de pluriformiteit in ons land toegenomen
A
Migratie
B
Integratie
C
Segregatie
D
Socialisatieproces
Slide 8 - Quizvraag
Waar is integratie een voorbeeld van?
A
Migratie
B
Socialisatieproces
C
Vluchteling
D
Arbeidsmigratie
Slide 9 - Quizvraag
Waar is dit een voorbeeld van?
A
Integratie
B
Sociale cohesie
C
Segregatie
D
Etnocentrisme
Slide 10 - Quizvraag
Als de segregatie stijgt, dan...
A
daalt de polarisatie
B
daalt de sociale cohesie
C
stijgt de tolerantie
D
stijgt de integratie
Slide 11 - Quizvraag
Verzorgen
Verzekeren
Verheffen
Verbinden
Studiefinanciering
Sociale huurwoning
Zorgverzekering
Buurttuin
Slide 12 - Sleepvraag
Welke waarde is de basis van de verzorgingsstaat
A
sociale cohesie
B
tolerantie
C
solidariteit
D
segregatie
Slide 13 - Quizvraag
Als de verzorgingsstaat wordt uitgebreid, wat gebeurt er dan met de collectieve lastendruk?
A
Lager
B
Hoger
C
Blijft gelijk
D
Deze begrippen hebben geen invloed op elkaar.
Slide 14 - Quizvraag
.....de benaming voor het Nederland van vóór de verzorgingsstaat, tot halverwege de negentiende eeuw. De staat bemoeide zich toen amper met het welzijn van de bevolking en was er vooral om orde te houden in het land.
Welk begrip wordt hier beschreven?
Slide 15 - Open vraag
Hoe noem je het als de overheid wetten maakt die ervoor zorgen dat mensen makkelijker kunnen klimmen op de sociale ladder.
A
kansenongelijkheid
B
maatschappelijke positie
C
Verheffen
D
emancipatiebeleid
Slide 16 - Quizvraag
Pakjes sigaretten worden duurder en verpakking onaantrekkelijk gemaakt. Van welk begrip is dit een voorbeeld?
Slide 17 - Open vraag
Met welk begrip heeft dit krantenartikel te maken?
Slide 18 - Open vraag
Koos heeft een flexibel contract op haar werk. Waarom kan dit meer risico opleveren voor de verzorgingsstaat?
A
Ze heeft niet automatisch een pensioen en een sociale verzekering
B
Ze werkt wanneer zij wil, dus te weinig en daarom minder belasting.
C
Haar werkgever kan haar makkelijk ontslaan, hierdoor kan ze makkelijker op straat komen te staan.
D
Ze betaalt geen belasting.
Slide 19 - Quizvraag
Slechtere schoolprestaties door stress voor kinderen uit gezinnen met geldproblemen.