Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen
Je kunt de consumentenprijs berekenen
Je kunt het btw bedrag in de consumentenprijs berekenen
Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen
Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen
Slide 3 - Tekstslide
Brutowinstopslag
Het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs. Een deel van de opslag gebruik je om de bedrijfskosten (kosten die je maakt om het bedrijf te laten produceren) te betalen. Het andere deel is winst.
Slide 4 - Tekstslide
Verkoopprijs
Inkoopprijs
brutowinstmarge __________________ +
Verkoopprijs
De verkoopprijs is de prijs die je in de winkel betaalt zonder BTW
Slide 5 - Tekstslide
BTW (en consumentenprijs)
BTW = belasting toegevoegde waarde
BTW in NL is 9% of 21%
Bedrijven moeten de btw afstaanaan deoverheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw
Slide 6 - Tekstslide
Consumentenprijs
Winkeliers verkopen hun producten voor de consumentenprijs.
De consumentenprijs is verkoopprijs inclusief btw
maak opgave 6
Slide 7 - Tekstslide
Afzet & Omzet
De afzet is het aantal producten dat je verkoopt.
De omzet is het totaal bedrag dat je ontvangt door producten te verkopen. Het wordt ook wel de verkoopopbrengst genoemd
omzet = afzet X verkoopprijs
afzet = omzet : verkoopprijs
Slide 8 - Tekstslide
Brutowinst en nettowinst
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst (kan ook een verlies zijn.....)
Slide 9 - Tekstslide
Berekening brutowinst en nettowinst voorbeeld
Voorbeeld berekening nettowinst:
Cas verkoopt kinderstoelen voor € 670,-excl. btw.
De inkoopprijs is per stuk € 350,-
Cas verkoopt 25 kinderstoelen.
De bedrijfskosten zijn € 3.000,--
Bereken de nettowinst
Slide 10 - Tekstslide
Berekening brutowinst en nettowinst voorbeeld
Bereken de nettowinst
Omzet 25*670= € 16.750,--
-inkoopwaarde 25*350 € 8.750,--
= brutowinst € 8.000,--
-bedrijfskosten € 3.000,--
=nettowinst € 5.000,--
Slide 11 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken: Blz 166 maken opgaven 9 t/m 11 + herhaal en reken opdrachten blz 178 en 183