Test Prep Unit 2 Economie en Ondernemen, 3rd form

vertaal: boyfriend
1 / 30
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vertaal: boyfriend

Slide 1 - Open vraag

vertaal: found

Slide 2 - Open vraag

vertaal: bit

Slide 3 - Open vraag

vertaal: other

Slide 4 - Open vraag

vertaal: racket

Slide 5 - Open vraag

vertaal: turned

Slide 6 - Open vraag

vertaal: afford

Slide 7 - Open vraag

vertaal: straight

Slide 8 - Open vraag

vertaal: portemonnee
A
wallet
B
portomonnaie
C
money holder
D
leather pouch

Slide 9 - Quizvraag

vertaal: drankje
A
drink
B
drank
C
drunk
D
cocktail

Slide 10 - Quizvraag

vertaal: gymzaal
A
gym chamber
B
gym hall
C
gym room
D
gym

Slide 11 - Quizvraag

vertaal: verdween
A
hocus pocus
B
vanishing
C
disappeared
D
pilatus pas

Slide 12 - Quizvraag

vertaal: sportschoenen
A
sneakers
B
gym shoes
C
trainers
D
sport shoes

Slide 13 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
A thief ----- a lot of money last week.
A
stole
B
has stolen

Slide 14 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
And now somebody _____ my mobile.
A
stole
B
has stolen

Slide 15 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
Amy ----- a new pair of sneakers.
A
ordered
B
has ordered

Slide 16 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
Cat _____ some books online yesterday.
A
ordered
B
has ordered

Slide 17 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
I _____ behind the central heating yet.
A
didn't look
B
haven't looked

Slide 18 - Quizvraag

Kies Past Simple of Present Perfect
I _____ under the tables last night.
A
didn't look
B
haven't looked

Slide 19 - Quizvraag

Fill in:
He is the man … wants to marry my sister.
A
who
B
which
C
that

Slide 20 - Quizvraag

Fill in:
The boy … bought my dad’s car is very rich
A
who
B
which
C
that

Slide 21 - Quizvraag

Fill in:
The only thing … matters is your exam.
A
who
B
which
C
that

Slide 22 - Quizvraag

Fill in:
Her idea, … changed the world, was great.
A
who
B
which
C
that

Slide 23 - Quizvraag

Maak een vragende zin
… Amy … her wallet (lose)
Gebruik Present Perfect (has/have +)

Slide 24 - Open vraag

Maak een vragende zin
Where … you … ? (be)
Gebruik Present Perfect (has/have +)

Slide 25 - Open vraag

Maak een ontkennende zin
Jess and Spud … anything strange
Gebruik "see" + Present Perfect

Slide 26 - Open vraag

Maak een ontkennende zin
We … your money
Gebruik "find" + Present Perfect

Slide 27 - Open vraag

Vertaal:
Plotselling
A
suddenly
B
immediately
C
definitely
D
absolutely

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal:
wegdoen
A
do away
B
get away with
C
get rid of
D
get over it

Slide 29 - Quizvraag

Vertaal:
Kluisje
A
safety box
B
locker
C
deposit bos
D
security box

Slide 30 - Quizvraag