3.2. Dieren

Thema 3, hoofdstuk 2N\Blz. 
Blz. 139
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 3, hoofdstuk 2N\Blz. 
Blz. 139

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je:
  • in welke vijf kleinere groepen je gewervelde dieren kunt ordenen.
  • de kenmerken van deze vijf kleinere groepen.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling van vorige week:
Betekent ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening (of ordenen)

Slide 4 - Quizvraag

Bij de ordening let je op de kenmerken van organismen
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn 4 rijken in de biologie. Welke zijn dat?
A
Dieren en planten, paddenstoelen en ziekten
B
Dieren, planten, bacteriën, schimmels
C
Dieren, planten, dieren en mensen
D
Bacteriën, schimmels, mensen, paddenstoelen

Slide 6 - Quizvraag

Dieren hebben een celwand
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Bacteriën hebben GEEN celkern
A
dat klopt
B
dat klopt niet

Slide 8 - Quizvraag

Kijk goed naar dit plaatje. Hierna volgt de vraag.

Slide 9 - Tekstslide

Het vorige plaatje was een cel van een plant
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 21 - Quizvraag

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd

Slide 23 - Quizvraag

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 24 - Quizvraag

In welke groep van de gewervelden komen de jonge dieren uit de moeder?
10

Slide 25 - Open vraag

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 26 - Quizvraag

Een hagedis is een reptiel, gebruikt hij kieuwen om adem te halen
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar
A
naar zijn naam
B
Of hij in Italie leeft
C
of hij zeewier eet
D
Of hij kieuwen heeft

Slide 28 - Quizvraag

Welke kenmerken hebben reptielen
A
kieuwen
B
schubben
C
slijm
D
veren

Slide 29 - Quizvraag

Je gaat een koe in een groep indelen
Waar kijk je naar?
A
naar zijn naam
B
of hij gras eet
C
Of hij haren heeft
D
Of hij in Nederland leeft

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk
Maken:
Opdrachten bij thema 3.2.

Via Magister online of in je boek


Slide 31 - Tekstslide