HC1 Het Britse rijk - India en de Grote Opstand

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

HC1: Het Britse Rijk

Brits-India en de Grote Opstand

Representativiteit bij geschiedenis betekent:

1. Dat iemand er goed verzorgd uitziet.
2. Dat je gerepresenteerd wordt in het parlement.
3. Dat een bon een voorbeeld is voor een groter geheel.
4. Dat een bron niet willekeurig is gekozen.

Representativiteit

Stel, je bent een abolitionist. Leg uit of je deze 

foto zou gebruiken bij een campagne om de slavernij 

af te schaffen.

Gebruik in je antwoord 'representativiteit'.

Stel, je bent een abolitionist. Leg uit of je deze
foto zou gebruiken bij een campagne om de slavernij
af te schaffen.

Welke stelling klopt?
1. Een indiaan is niet inheems;
2. Indianen werkten op plantages

1. 1 is juist 2 is onjuist
2. 1 is onjuist 2 is juist
3. 1 en 2 zijn juist
4. 1 en 2 zijn onjuist

Is de onderstaande bewering juist?

Natuurrechten zijn ontstaan tijdens de Verlichting.

1. Ja
2. Nee

Schrijf de drie leuzen op van de Franse Revolutie.

Waarom bleven de Caraïbische koloniën onderdeel van Groot-Brittannië?

1. Omdat de inwoners Engels spraken.
2. Omdat de Engelsen de koloniën beschermden.
3. Omdat de Engelsen belastinggeld gaven aan deze koloniën.
4. A, B en C zijn goed.

Doelen

Aan het einde aan de les kun je uitleggen:

- drie fasen van de Britse overheersing van India (door de East India Company); 

- wat de gevolgen waren van de Britse overheersing voor India voor GB en India;

- wat de vier oorzaken van de Grote Opstand waren;

- wat de gevolgen van de Grote Opstand waren op korte en lange termijn;

- welke naam volgens jou het beste past bij de Grote Opstand.

Drie fasen Britse overheersing

Opdracht: lees paragraaf 5: Het Britse rijk in India... (blz. 32-33)

Maak in je schrift een verdeling van de Britse overheersing in drie fasen. 

Doe het zo: 

Fase 1 ( tot 1765): factorijen langs de kust

Fase 2 (1765-1858): ...

Fase 3 (....-....): 

Koppel de volgende begrippen aan de juiste fase: inheems bestuur, EIC, Grote Opstand, Suez Kanaal, Brits-Indisch leger, factorijen.

Modern imperialisme

Vier motieven

1. Macht

2. Grondstoffen

3. Afzetmarkt

4. Morele superioriteit

Opdracht

Bekijk blz. 34-35, paragraaf 6 'Gevolgen Britse...'

Koppel de zwarte tussenkopjes aan de vier motieven van het modern imperialisme.

Doe het zo:

Machtsmotief = de heerschappij....

De motieven van het Modern Imperialisme:

1) grondstoffen, 2) macht, 3) afzetmarkt en 4) morele superioriteit

De Grote Opstand

Wat was het probleem met de nieuwe patronen?

Standplaatsgebondenheid

Opstandeling of verzetsheld?

Leg uit of Nana Sahib en Laksmi Bai opstandelingen of verzetshelden waren.

 

Doe het zo: de muurkant leest Nana Sahib, de raamkant Laksmi Bai en de middenrij mag kiezen.

Zit je links dan leg je uit dat Nana of Laksmi een opstandeling was, zit je rechts dan leg je uit dat zij verzetshelden waren.

Opdracht

Wat vind jij een goede naam voor de Grote Opstand?

Lees het stukje 'Het verloop van de Grote Opstand (blz. 35). 

Doe het zo: Schrijf de vier namen uit de tekst over en leg uit welke jij het beste vindt passen.

Te makkelijk? Leg dan de standplaatsgebondenheid van elke naam uit.

Examenvraag

Volgens sommige historici was 1885 een keerpunt in de                  geschiedenis van de Britse koloniale overheersing van India.

2p   13   Ondersteun deze bewering door met een gebeurtenis                       uit 1885 uit te leggen wat er veranderde voor de Britse                     koloniale machthebbers in India.

Doelen

Aan het einde aan de les kun je uitleggen:

- drie fasen van de Britse overheersing van India (door de East India Company); 

- wat de gevolgen waren van de Britse overheersing voor India voor GB en India;

- wat de vier oorzaken van de Grote Opstand waren;

- wat de gevolgen van de Grote Opstand waren op korte en lange termijn;

- welke naam volgens jou het beste past bij de Grote Opstand.