Lezen klas 7a

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

-  Onderwerp (blz.16)

          - Hoofdgedachte (blz. 21)

LESDOELEN

 - Je bepaalt het onderwerp & herkent hoofdgedachte van een tekst.

Onderwerp & hoofdgedachte

Onderwerp 

- Wat is het onderwerp van een tekst?

           - Hoe vind je een onderwerp van een tekst?

      

Wat is het onderwerp?

             - Datgene waar de tekst over gaat.

                                  - Je kunt in één of een paar woorden zeggen.

Hoe vind je een onderwerp?

- Lees de tekst oriënterend (= titel, afbeelding, tussenkopjes, woorden anders gedrukt  etc.).

- Lees eerste stukje van de tekst (inleiding, soms vetgedrukt).

             - Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Hoofdgedachte?

      - Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

                 - Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

- In belangrijkste in één zin samengevat waar de tekst over gaat.

Hoe vind je de hoofdgedachte?

- Lees de tekst precies.

- Kijk aan het begin en eind van de tekst of de hoofdgedachte letterlijk staat. Zo niet:

- Geef antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt?

Huiswerk

Lees de theorie op blz. 16 (het groene blok) van je lesboek              Nederlands cursus meer dan lezen en maak opdracht 2 op blz. 17, opdracht 4 op blz. 19.

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

- Huiswerk

        - Hoofdgedachte, maken opdrachten 1, 3 en 8

      - Tekstdoelen & tekstsoorten (blz. 26)

LESDOELEN

- Je bepaalt het onderwerp & hoofdgedachte van een tekst.

- Je bepaalt het doel van een tekst (amuseren, informeren, instrueren, overtuigen of activeren.

Huiswerk

Nakijken

Aan de slag

Maak opdracht 1, 3 en 8 (blz. 21 t/m 25)

Huiswerk 27 februari

- Neem je leesboek mee!!!!

- Neem je lesboek Nederlands en je schrift waarin je de opdrachten maakt uit het lesboek mee.

- Lees de theorie op blz. 21 (het groene blok) van je lesboek Nederlands cursus meer dan lezen en maak blz. 21 opdracht 1, blz. 22 opdracht 3 en blz. 25 opdracht 8.    

Lesuitval 27 februari> huiswerk gaat naar 5 maart (hoofdgedachte)

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

1. Lezen in je boek

2. HW

      3. Tekstdoelen & tekstsoorten (blz. 26)

LESDOELEN

Aan het einde van de les

...weet je welk tekstdoel een tekst kan hebben:

amuseren-activeren-overtuigen-informeren-instructies geven

...ken je het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort

...ben je in staat zelf het tekstdoel en de tekstsoort van enkele teksten te bepalen

Huiswerk?

Tekstdoelen & tekstsoorten

Wat is het doel van dit bord?

1. Overhalen/activeren
2. amuseren
3. informeren
4. instrueren

Wat is het doel van dit filmpje?

1. overhalen/activeren
2. amuseren
3. informeren
4. instrueren

Tekstdoelen?

- Wat wil de schrijver bereiken?

Tekstsoorten?

- Met wat voor soort tekst wil hij dit bereiken?

Amuseren

- De schrijver wil de lezer vermaken met zijn tekst.

Hij doet dit met amuserende teksten

Informeren

- De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Er zijn verschillende informatieve tekstsoorten om de lezer te informeren

Instrueren/instructies geven

De schrijver zegt hoe je iets moet doen

Gebruikt hiervoor instructieve tekstsoorten

Activeren (overhalen)

- De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen

- Hij gebruikt hiervoor activerende teksten

Overtuigen

- De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening.

- Hij gebruikt hiervoor overtuigende teksten

Aan de slag

Maak blz. 26 opdracht 1, blz. 28 opdracht 3 en 5.

Huiswerk nakijken

Huiswerk 12 maart

- Neem deze les je leesboek mee!!!!

- Neem je lesboek Nederlands en je schrift waarin je de opdrachten uit het lesboek

  maakt mee.

- Lees de theorie op blz. 26 (het groene blok) van je lesboek Nederlands cursus meer dan lezen en maak blz. 26 opdracht 1, blz. 28 opdracht 3 en 5.

Vervangende slides

We gaan nu 10 minuten lezen