4.1 de koning en zijn leenmannen

De Middeleeuwen
4.1 De koning en zijn leenmannen

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
4.1 De koning en zijn leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het rijk van de Franken werd bestuurd.

Slide 3 - Tekstslide

programma
terugkoppelen
uitleg 4.1
opdracht
afsluiten
huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 5 - Tekstslide


Onrustige tijden in Europa
500-800



  • Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
  • Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.

  • Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)

Slide 6 - Tekstslide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Kijk goed en maak korte aantekeningen voor de vragen daarna. Zie magister bijlage voor de vragen (als het lukt mag je die ook meteen maken). 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarom wordt Karel de grote genoemd?

Slide 11 - Open vraag

Wie was Widukind
A
Zoon van Karel de Grote
B
Laatste Merovingische leider
C
Een kind van een Saksische weduwe
D
Stamhoofd van de laatste vrije Saksen

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn paltsen?

Slide 13 - Open vraag

Op welke manieren verstevigde Karel de Grote zijn macht?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel werd Leenheer
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 16 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 17 - Tekstslide

Zendgraven
Zendgraven maakten de wetten van de keizer bekend.
Verder controleerden ze of de leenmannen zich wel hielden aan het belasting betalen en het handhaven van de wetten.

Slide 18 - Tekstslide

Het Frankische rijk valt uiteen
de koning en zijn leenmannen deel II 

Slide 19 - Tekstslide

programma
bespreken vragen
terugkoppelen les meneer Apeldoorn
start laatste deel 4.1
Afronden 
Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide

Welke vraag/vragen snap je niet?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een domein?
A
een kleine nederzetting met landbouwgrond
B
een land met een centraal bestuur
C
een stad aan een handelsroute
D
een horige die werkt voor een heer

Slide 22 - Quizvraag

Waarom gingen mensen op domeinen wonen?

Slide 23 - Open vraag

Wat is een hofstelsel?
A
Een economische systeem in de middeleeuwen: waarin boeren werkten op grond van een heer.
B
Een politiek systeem: waarin de leenmannen trouw zwoeren aan de leenheer.
C
Een economische systeem in de middeleeuwen: waarin boeren productn vervaardigden voor een markt.
D
Een politiek systeem: waarin leenmannen voedsel produceerden op hun domein voor de leenheer.

Slide 24 - Quizvraag


Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!

  • Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 25 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 26 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding is een directe bron over Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 31 - Quizvraag

Start met maken van huiswerk
Vragen 4.2

Slide 32 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • Middeleeuwen
  • leenstelsel (feodalisme)
  • leenheer
  • leenman
  • vazal

Slide 33 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Karel de Grote
  • Lodewijk de Vrome

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Maak een eigen domein
Hoe ziet jouw domein eruit?
Maak ook een legenda in je tekening. 
Maak hiervan een foto en stuur deze via de ELO. 

Slide 35 - Tekstslide