Herhalen h1

Herhalen h1
Het proefwerk gaat over hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2. Je leert de volgende paragrafen:
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen h1
Het proefwerk gaat over hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2. Je leert de volgende paragrafen:

Slide 1 - Tekstslide

H1
- Lezen
- Woordenschat
- Taalverzorging (Leestekens)
- Taalverzorging (Tegenwoordige en verleden tijd)








Slide 2 - Tekstslide

Lezen - hoofdzaak
- Wat belangrijk is in een tekst.

Je leest
-inleiding
- slot
- eerste en laatste zin van een alinea
- tussenkopjes

Slide 3 - Tekstslide

Lezen - hoofdgedachte
- Waar de tekst over gaat.


- 1 zin
- Bepaal het onderwerp
- Wat zegt de schrijver over het onderwerp?

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat - betekenis van woorden
- Trainen
- Quizlet (studiewijzer)

Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging (leestekens)
Zorgen ervoor dat je een tekst makkelijk kunt lezen.

Aan het eind van de zin:
-punt
- vraagteken
- uitroepteken          

Slide 6 - Tekstslide

- komma
• tussen twee persoonsvormen.
Als je de grens over gaat, moet je een paspoort meenemen.
• voor voegwoorden
zoals: omdat, terwijl, maar, nadat, want.
Aukje wordt met de auto gebracht, omdat haar band lek is.
• tussen delen van een opsomming.
Ik eet met vork, mes en lepel.

Slide 7 - Tekstslide

- dubbele punt
- aanhalingstekens


Citeren --> letterlijk opschrijven wat iemand zegt.

Mevrouw Kalenkamp zegt: 'Doe je telefoon in je tas!'


Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging (tt en vt)

Slide 9 - Tekstslide

Persoonvorm
- Wat is de persoonsvorm?
- Hoe vind je de persoonsvorm?

Reuzenpanda Fan Xing vertrekt uit haar geboorteplek, Ouwehands Dierenpark in Rhenen.

De jonge panda emigreert naar China.


Slide 10 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoordt
Wij antwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Verleden tijd
Sterke en zwakke werkwoorden​

Sterk​ ?         
Veranderen van klank​

Lopen – liepen
zwemmen – zwommen​



Slide 12 - Tekstslide

​Zwak?
​ Zit de laatste letter van de stam in ‘T eX FoKSCHaaP?


- Schrijf dan –te(n)​
- Niet? Schrijf dan –de(n)

Slide 13 - Tekstslide

Maken (in stilte)
- Oefentoets h1

Klaar?
Kijk met welke onderdelen je nog moet oefenen bij het onderdeel 'trainen'.

Slide 14 - Tekstslide

Deel 2

Slide 15 - Tekstslide

H2
H2
- Lezen
- Woordenschat
- Taalverzorging (samengestelde zinnen)
- Taalverzorging (persoonsvormen in samengestelde zinnen)

Slide 16 - Tekstslide

Lezen - tekstdoel
De schrijver wil iets bereiken.

Slide 17 - Tekstslide

Informeren
De schrijver wil dat je ergers iets over te weten komt.
Voorbeeld: nieuwsbericht, schoolboektekst

Slide 18 - Tekstslide

Overtuigen
De schrijver wil dat jij dezelfde mening krijgt als hij
Voorbeeld: reactie op een website,
ingezonden brief

Slide 19 - Tekstslide

Overhalen, tot handelen aanzetten
De schrijver wil dat je iets gaat doen
Voorbeeld: advertentie, uitnodiging

Slide 20 - Tekstslide

Instrueren
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen.
Voorbeeld: gebruiksaanwijzing, recept, handleiding

Slide 21 - Tekstslide

Adviseren
De schrijver wil je raad geven
Voorbeeld: folder 

Slide 22 - Tekstslide

Amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt.
Voorbeeld: verhaal, strip, gedicht, mop

Slide 23 - Tekstslide

Leespubliek
Voor wie de schrijver de tekst schrijft.

Je kijkt naar
- het onderwerp
- de bron
- de lay-out
- het taalgebruik

Slide 24 - Tekstslide

Woordenschat - betekenis van woorden
- Trainen
- Quizlet (studiewijzer)

Slide 25 - Tekstslide

Taalverzorging (samengestelde zinnen)

Slide 26 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
- Zin met twee of meer persoonsvormen
-  Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp
- Met een voegwoord maak je een samengestelde zin.
Voorbeeld: maar, omdat, want

Slide 27 - Tekstslide

Hoe vind je PV en O?
PV
- Zet de zin in een andere tijd
tt --> vt

O
- Wie/wat + WG

Jesse gaat naar huis, want hij moet huiswerk maken.

Slide 28 - Tekstslide

Taalverzorging (PV in samengestelde zinnen)

Slide 29 - Tekstslide

Hoe schrijf je de PV in een samengestelde zin?

-  Staat de zin in de tt of vt?
-  Staat het onderwerp in enkelvoud of meervoud?

Slide 30 - Tekstslide

Maken (in stilte)
- Oefentoets h2

Klaar?
Kijk met welke onderdelen je nog moet oefenen bij het onderdeel 'trainen'.

Slide 31 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Start: Quizlet h1 en h2

Keuzes
- Hulpgroep: uitleg/ vragen stellen
- Oefentoets h1 en h2 afmaken
- Trainen
- Werkblad
- Woorden oefenen in Quizlet --> linkjes zie Magister
Hulpgroep:
1. tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Samengestelde zinnen

Slide 32 - Tekstslide