Station Lezen, zakelijke teksten KGT2 perron 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Lezen, zakelijke teksten, perron 4

Opdrachten

Maak opdr. 1 + 2

Opdrachten

Lees theorie Deelonderwerp en deelhoofdgedachte - 2 

Lees theorie Aanleiding voor tekst

Maak opdr. 3 t/m 8

Als je klaar bent, kijk je de opdrachten na. Bij minder dan 70% moet je de opdracht opnieuw maken. 

Herhaling

Onderwerp: Waar gaat de tekst over?

Deelonderwerp: Waar gaat de alinea over?

Hoofdgedachte: Wat is het belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd?

Deelhoofdgedachte: Wat is het belangrijkste dat er over het deelonderwerp wordt gezegd?

Opdrachten

Lees theorie Tekstsoort: de folder

Maak opdr. 9 t/m 13

Lees theorie Tekstverband: mening en argument

Maak opdr. 14 + 15

Als je klaar bent, kijk je de opdrachten na. Bij minder dan 70% moet je de opdracht opnieuw maken. 

Opdrachten

Maak opdr. 16 t/m 18

Als je klaar bent, kijk je de opdrachten na. Bij minder dan 70% moet je de opdracht opnieuw maken. 

Filmpje

Er volgt nu een filmpje over iemand die een ingezonden brief heeft ontvangen. 

Opdrachten

Lees theorie Tekstsoort: de ingezonden brief

Maak opdr. 19 t/m 22

Als je klaar bent, kijk je de opdrachten na. Bij minder dan 70% moet je de opdracht opnieuw maken. 

Opdrachten

Maak opdr. 23 t/m 27

Als je klaar bent, kijk je de opdrachten na. Bij minder dan 70% moet je de opdracht opnieuw maken. 

Wat is het tekstdoel
van deze folder?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. instructie geven

Wat voor tekstdoel heeft deze folder?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Instructie geven

Een folder van de apotheek heeft als tekstdoel...

1. amuseren
2. instructie geven
3. informeren
4. overtuigen

Folders hebben altijd een …

1. doel
2. middel
3. foto

Een folder is een voorbeeld van:

1. informatietekst
2. instructietekst
3. betogende tekst
4. activerende tekst

Een folder is een ...

1. informatieve tekst
2. tekst met een mening
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Wat zijn tekstverbanden?

1. Een verbandje om een tekst
2. Een stukje tekst
3. Twee stukjes tekst
4. Verschillende stukjes tekst die iets met elkaar te maken hebben

Het signaalwoord 'maar' hoort bij het tekstverband

1. opsomming
2. conclusie
3. tegenstelling
4. oorzaak - gevolg

Het signaalwoord Kortom hoort bij het tekstverband

1. doel-middel
2. mening - argument
3. opsomming
4. conclusie

Wat is GEEN tekstverband?

1. opsomming
2. oorzaak - gevolg
3. synoniem
4. tegenstelling

Wat is het doel van een ingezonden brief?

1. amuseren
2. informeren
3. overtuigen
4. activeren

Een ingezonden brief is

1. Objectief
2. Subjectief

Wat is geen ingezonden brief?

1. reactie op een krant
2. folder die je wekelijks ontvangt
3. reactie op een artikel
4. reactie in een tijdschrift

Een ingezonden brief heeft een inleiding

1. juist
2. niet juist

In een ingezonden brief zijn argumenten

1. belangrijk
2. niet belangrijk

Een ingezonden brief is

1. zo uitgebreid mogelijk
2. kort en bondig

Einde